Tweedeling

De volgende studie betreft een sociaal-culturele toekomstverkenning van arbeid: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Tweedeling in perspectief, Den Haag, 1996.

In dit rapport wordt de rol van het arbeidsbestel voor de sociale samenhang in de samenleving tot 2015 onderzocht. Geconstateerd wordt dat arbeid in de individualiserende maatschappij een steeds belangrijker integratiekader wordt. De verzorgingsstaat bood in het industriële tijdperk vooral bescherming tegen het vervreemdende „labeur”-karakter van veel arbeid. Inmiddels is de kwaliteit van de arbeid echter sterk verbeterd, en is deze veel kennis- en zorg-intensiever geworden: de arbeid is geëmancipeerd en biedt juist mogelijkheden tot ontplooiing. De verzorgingsstaat heeft echter nog veel kenmerken behouden die passen bij het beschermingsparadigma waar gaandeweg de grond aan is ontvallen. Arrangementen die voorheen functioneel waren, staan nu soms participatie in de weg. De huidige gunstige sociaal-economische ontwikkelingen bieden een kans dat het sociaal-cohesieve potentieel van arbeid beter wordt benut. Vanouds bekende „emancipatiecategorieën” als vrouwen, allochtonen en ouderen hebben aan belang voor het beleid verloren; veeleer vormt nu de combinatie van laaggeschooldheid en uitsluiting van de arbeidsmarkt de gemeenschappelijke achterstandsfactor. Daarom zou een beleid vorm moeten krijgen gericht op een verdere „emancipatie van arbeid” waardoor belemmeringen voor het verrichten van zinvolle arbeid aan de onderkant worden weggenomen. Hiernaast zou ook „emancipatie van talent” in het beleid een plaats moeten krijgen, waardoor alle talent aanspraak kan maken op een plaats in de belangrijkste verdelingsmechanismen van de samenleving.

Voor deze verkenning werd de volgende achtergrondstudie verricht: H.B.G.Ganzeboom en W.C. Ultee, De sociale segmentatie van Nederland in 2015, Den Haag, 1996.

Scroll naar boven