Reclame

De reclameuitzendingen die sinds het Overgangsbestel op de publieke radio en televisie zijn toegestaan, worden verzorgd door de Stichting Ether Reclame (STER).

De STER heeft een bestuur dat bestaat uit een voorzitter en vier andere leden, die allen benoemd en ontslagen worden door de minister van OCW.

Tot 1987 zond de STER uitsluitend uit voor of na het NOS-Journaal, sedert 1 januari 1987 zijn er ook „zwevende” STER-blokken. Sedert 2 februari 1992 zendt de STER, in navolging van RTL-4, dat in oktober 1991 daarmee begon, ook reclame op zondag uit.

Bij de publieke omroep mogen programma’s niet worden onderbroken door reclame (met uitzondering voor programma’s die bestaan uit de volledige uitzending van evenementen die langer duren dan anderhalf uur). Per uur mag de publieke omroep niet meer dan 12 minuten en per dag niet meer dan 15% van de uitzendduur aan reclame besteden. En per jaar niet meer dan 10%.

De gelden die de STER verdient met het uitzenden van reclame worden voor een aantal doeleinden besteed. De landelijke omroep, de regionale omroep en de Wereldomroep worden door de STER gefinancierd, evenals het Commissariaat voor de Media, de Raad voor Cultuur en het Bedrijfsfonds voor de Pers. Daarnaast worden STER-gelden besteed aan het handhaven van de ethercode, aan wetenschappelijk onderzoek en aan uitkeringen in het kader van de Stichting stimuleringsfonds Nederlandse culturele omroepprodukties.

Zie verder over de STER: STER, Vijfentwintig jaar STER. Een leeuw van een medium, Hilversum, 1990.

Om het niet-commerciële karakter van het publieke bestel te waarborgen mogen de programma’s van de omroepen en van de NOS geen reclameboodschappen bevatten, tenzij die bij de Mediawet uitdrukkelijk zijn toegestaan. Verder mogen de programma’s geen reclame-uitingen bevatten tenzij die niet vermijdbaar zijn. Het Mediabesluit werkt deze bepalingen nader, en zeer gedetailleerd, uit; zie artikel 26 e.v. Voor verdere bijzonderheden over de vermijdbare reclame-uitingen, zie: Commissariaat voor de Media, Jaarverslag, Hilversum, 1988.

Reclameuitingen in het kader van ledenwerving of nevenactiviteiten van landelijke publieke omroepverenigingen zijn tenslotte onderworpen aan het regime van de Richtlijn Neven- en Verenigingsactiviteiten Publieke Omroep van het Commissariaat voor de Media.

Ook voor reclameuitingen op de commerciële omroep gelden in het Mediabesluit vastgelegde eisen, zie artikel 52 e.v. Daarnaast geldt voor de commerciële omroepen de Algemene Voorwaarden van IPN s.a. (zelfregulering).

Scroll naar boven