Ouderenpartijen

In 1994 behaalden het Algemeen Ouderen Verbond (AOV) en de Unie 55+ tot veler verrassing bij elkaar in een keer zeven zetels in de Tweede Kamer. Vooral het in 1993 door de gepensioneerde M.C. Batenburg opgerichte AOV deed het goed (zes zetels). Tijdens de verkiezingscampagne was het thema van de „bevriezing” van de AOW-uitkering prominent in de aandacht gekomen (zie ook 2.3). Samen met de atmosfeer van politieke onvrede die er in Nederland tijdens die campagne heerste, resulteerde dit in de opvallende entree in het parlement. Het onverwacht grote verkiezingssucces brak het AOV letterlijk op. Al snel viel de Tweede-Kamerfractie onder leiding van mevr. H.M. Nijpels – en als gevolg daarvan ook de partij – uiteen in drie verschillende groeperingen. Deze verdeelheid heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat geen van de ouderenpartijen in 1998 terugkeerde in de Tweede Kamer.

Voor literatuur over de ouderenpartijen zie: V.P. van Stipdonk en J.J.M. van Holsteyn, Wat ouderen verbond – verklaringen van het ontstaan en succes van een nieuwe partij, in: Jaarboek 1995 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, Groningen, 1996, pp. 127-148.

Scroll naar boven