Fracties

Een fractie wordt gevormd door alle leden van dezelfde partij, die in de kamer zijn gekozen. Een fractie kan ook uit één lid bestaan. Alhoewel fractievorming in de Tweede Kamer reeds voor het eind van de 19e eeuw plaatsvond, is het bestaan van fracties niet eerder dan in het midden van de jaren zestig officieel erkend. Bij wet van 11 november 1964 ter regeling van de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd onder meer bepaald dat de fractievoorzitters – boven hun schadeloosstelling als kamerlid – recht op een toelage hadden (Stb. 1964, nr. 354).

In datzelfde jaar werd op de rijksbegroting een bedrag van ƒ 15.000 uitgetrokken voor bijstand aan de fracties (Stb. 1964, nr. 12).

Zie voor de positie van fracties:

  • D.J. Elzinga, De politieke partij en het constitutionele recht, Nijmegen,1982, m.n. pp. 23-47,70-91 en 219-279
  • H. van den Brink, Recht voor politieke partijen, ’s-Gravenhage, 1982

en bovenal: D.J. Elzinga en C. Wisse, De parlementaire fracties, Nederlands parlementsrecht, monografie 5, Groningen,1988.

Qua organisatie verschillen de grote fracties sterk van de kleinere. De meeste fracties kennen wel een fractiebestuur, voorgezeten door de fractievoorzitter. Taken en bevoegdheden van het bestuur van de grote fracties staan betrekkelijk formeel in een zogenaamd fractiereglement vermeld. Ten aanzien van de wijze van werken van de grote fracties zijn vooral de fractiecommissies van belang. Voor de zaken van elk departement kennen de fracties een fractiecommissie, die tot taak heeft de door de gehele fractie in te nemen opstelling voor te bereiden. In de praktijk volgen de fracties in hoge mate de lijn van de betrokken fractiecommissie, zeker indien deze commissie min of meer eensgezind is.

De uit dezelfde fractie afkomstige leden en plaatsvervangende leden van een vaste kamercommissie vormen doorgaans samen de betrokken fractiecommissie. De individuele leden kunnen beschouwd worden als specialisten van de fractie op de hun toegewezen terreinen.

In de kleinere fracties behoort specialisatie van de leden op afzonderlijke terreinen slechts in beperkte mate tot de mogelijkheden.

Zie over specifieke fracties: G.J.W. van Oven, E. de Rijk en G. Valk, Tijden van doorbraak en opbouw. De PvdA-fractie van 1948-1952, z.p., 2000.

Binnen een fractie kan zich een afsplitsing voordoen. Na 1945 zijn veelvuldig één of enkele leden uit hun fractie gestapt om een aparte groepering te gaan vormen. Onderstaande tabel geeft deze afsplitsingen weer.

Afsplitsingen in de Tweede Kamer vanaf 1945.

 

 

Partij

Afgesplitste groep

Aantal leden

Jaar

CPN

groep-Gortzak

4

14-04-1958

Boerenpartij

groep-Voogd

1

13-12-1966

KVP

groep-Aarden1

3

27-02-1968

Boerenpartij

groep-Harmsen

4

27-06-1968

Boerenpartij (groep-Harmsen)

groep-Kronenburg

1

12-12-1968

PvdA

groep-Goedhart2

3

14-05-1970

Boerenpartij

Lijst van Velzen

1

09-02-1971

NMP

groep-De Jong

1

13-09-1971

CHU

groep-Huijsen

1

30-03-1976

D’66

groep-Nooteboom

1

22-06-1976

CDA

groep-Scholten/Dijkman

2

08-12-1983

Centrumpartij

Janmaat

1

05-12-1984

groep-Scholten/Dijkman

Dijkman (naar PPR)3

1

18-04-1985

RPF

groep-Wagenaar

1

23-04-1985

PSP

groep-Van der Spek

1

21-01-1986

PvdA

groep-Ockels

1

21-09-1993

AOV4

Hendriks

1

11-10-1994

AOV4

Verkerk

1

30-05-1995

AOV4

Van Wingerden

1

30-05-1995

AOV4

groep-Nijpels

3

06-09-1995

AOV4

Verkerk

1

31-03-1998

LPF5

groep-De Jong

2

07-10-2002

LPF5

groep-Wijnschenk

1

13-10-2002

SP6

groep-Lazrak

1

03-02-2004

VVD7

groep-Wilders

1

03-09-2004

LPF

groep-Nawijn

1

23-06-2005

LPF8

groep-Van Oudenallen

1

07-07-2006

LPF9

Van As

1

16-08-2006

Groep Nawijn10

Van As

1

11-09-2006

VVD11

Verdonk

1

14-09-2007

PVV

Brinkman

1

20-03-2012

PVV

Hernandez/Kortenoeven

2

03-07-2012

PVV 12

Bontes

1

29-10-2013

PVV

Van Vliet

1

21-03-2014

PVV 12

Van Klaveren

1

22-03-2014

50PLUS 13

50PLUS/Klein;

groep-Klein

1

02-06-2014

50PLUS 13

50PLUS/Baay-Timmerman

1

02-06-2014

PvdA

groep Kuzu/Öztürk

2

13-11-2014

VVD

groep Houwers

1

24-03-2015

PvdA

groep Monasch

1

07-11-2016

PvdD groep Van Kooten-Arissen 1 16-07-2019
VVD Van Haga 1 24-09-2019
50PLUS Krol 1 03-05-2020
Groep Krol/Van Kooten-Arissen Van Kooten-Arissen 1 05-08-2020

In november 1998 stapte CDA-kamerlid De Milliano uit zijn fractie. Na enige aarzeling besloot hij vervolgens ontslag te nemen als kamerlid.

1  De groep-Aarden is later opgegaan in de PPR.

2 De groep-Goedhart is later opgegaan in DS’70.

3 Dijkman, die anderhalf jaar tevoren uit de CDA-fractie was gestapt, meldde zich in 1985 aan bij de fractie van de PPR en was daarmee het eerste kamerlid dat overstapte naar een andere fractie.

In letterlijke zin was bij het uiteenvallen van de – in 1994 met zes leden in de kamer gekomen – AOV-fractie van afsplitsingen geen sprake tot 1998. Op 11 oktober 1994 zette de AOV-fractie het lid Hendriks uit de fractie en op 30 mei 1995 gebeurde hetzelfde met de leden Verkerk en Van Wingerden. Kort hierna royeerde het AOV de drie resterende leden van de AOV-fractie. Deze leden gingen vanaf 6 september 1995 verder als de groep-Nijpels. De heren Verkerk en Van Wingerden vormden sindsdien samen de AOV-fractie. Op 31 maart 1998 stapte de heer Verkerk tenslotte uit de AOV-fractie.

De in mei 2002 met 26 leden in de kamer gekomen LPF-fractie kende al vanaf het begin grote persoonlijke tegenstellingen. Dat resulteerde er begin oktober in dat de leden De Jong en Eberhard uit de fractie gezet werden. Op 16 oktober – de dag waarop het kabinet-Balkenende demissionair werd – vormden beide kamerleden de groep-De Jong. Op dezelfde dag had de LPF-fractie de voormalige fractievoorzitter Herben opnieuw als voorzitter gekozen. De afgezette fractievoorzitter Wijnschenk vormde vanaf medio november de groep-Wijnschenk.

Lazrak werd op 3februari 2004 uit de SP-fractie gezet en besloot lid van de kamer te blijven.

7 In september 2004 stapte Wilders uit de fractie van de VVD. Hij bleef Kamerlid (Groep Wilders) en kwam bij de verkiezingen van 2006 terug in de Kamer als fractievoorzitter van de door hem opgerichte Partij voor de Vrijheid.

Mw. Van Oudenallen splitste zich onmiddellijk na haar installatie af van de LPF-fractie.

Van As trad toe tot de Groep-Nawijn.

10 Van As verlaat de Groep-Nawijn en verlaat de Tweede Kamer.

11 In september 2007 besloot de VVD-fractie mw. Verdonk uit de fractie te zetten. Zij bleef aanvankelijk lid van de VVD totdat zij in oktober 2007 haar lidmaatschap van deze partij opzegde en een eigen partij begon: Trots op Nederland.

12 Op 15 april 2014 vormden Bontes en van Klaveren de fractie “Bontes/Van Klaveren”.

13 Nadat fractievoorzitter Klein van 50PLUS Baay-Timmerman uit de fractie wilde zetten koos het bestuur van 50PLUS de zijde van Baay-Timmerman en benoemde haar tot vertegenwoordiger van 50PLUS. Klein was het daar niet mee eens. Het presidium van de Tweedede Kamer besloot daarna (op 2 juni 2014) de fractie van 50PLUS te splitsen in 50PLUS-Klein en 50PLUS-Baay-Timmerman. Op 13 november liet Klein weten verder te willen gaan als groep-Klein. Na dre terugkeer van Krol werd deze fractievooorzitter van 50Plus.

Op 1 april 2015 bood het Presidium van de Tweede Kamer een notitie aan de Tweede Kamer aan waarin wordt ingegaan op de juridische mogelijkheden om binnen de regelingen die de Tweede Kamer zelf vaststelt de regels omtrent fractieafsplitsing aan te scherpen.

Het kabinet zond november 2015 een brief aan de Tweede Kamer waarin een grondwettelijk verbod op fractieafsplitsing wordt afgewezen: een dergelijk verbod zou het partijensysteem nog dominanter maken dan het nu is.

  • Brief van de minister van Binnenlandse Zaken over fractieafsplitsingen, 11 november 2015
  • Bijlage 34.183, Handelingen Tweede Kamer, 2014-2015, nr. 5 Brief van het Presidium met daarbij een notitie over de afsplitsingen van fracties in de Kamer.

Op 17 november 2016 stelde Klein (groep-Klein) schriftelijke vragen aan minister Plasterk over een schriftelijke verklaring die 50Plus aan haar kandidaten voor de Tweede Kamer ter ondertekening zou hebben voorgelegd waarin zij beloven dat als zij uit de fractie treden zij hun Kamerlidmaatschap op zullen geven. Klein (zelf uitgetreden uit 50PLUS en lid van de Kamer gebleven) wil weten of dit in strijd is met de Grondwet. Minister Plasterk antwoordde dat een politieke groepering haar kandidaten kan vragen dergelijke verklaringen af te leggen. Deze verklaringen zijn juridisch niet afdwingbaar . Elk bindend mandaat van een Kamerlid is volgens de Grondwet nietig. Een Kamerlid kan dus niet kan worden gebonden aan de instructie van de politieke partij die hem of haar kandidaat heeft gesteld. Een Kamerlid kan dan ook niet worden gedwongen zijn zetel op te geven.

Zie: Aanhangsel Handelingen Tweede Kamer, 2016-2017, nr. 2016Z21460.

Het Presidium van de Tweede Kamer jbesloot eind 2015 een werkgroep fractievorming in te stellen. De werkgroep kreeg als opdracht een regeling fractievorming op te stellen en een regeling financiële ondersteuning fracties. Het ging een Kamermeerderheid daarbij vooral om het verschijnsel fractieafsplitsingen tegen het licht te houden. In 2016 verscheen het advies van de werkgroep.

Eind 2016 nam de Tweede Kamer de voorstellen van de werkgroep grotendeels over via een wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer.

Als gevolg daarvan zullen er na inwerkingtreding van de wijziging twee soorten Kamerleden zijn: Kamerleden die lid blijven van hun fractie en Kamerleden die  zich afsplitsen. Deze laatsten kunnen geen fractie meer vormen maar vormen een groep met minder rechten dan een fractie. De gevolgen van de wijziging zijn:

  • De voorzitter van een groep krijgt geen fractievoorzitterstoelage
  • Leden van een groep krijgen alleen secretariële ondersteuning. Zij krijgen geen geld voor inhoudelijke ondersteuning, zoals leden van fracties
  • Leden van een groep krijgen de helft van de spreektijd die zij zouden hebben gekregen als lid van een fractie
  • In het mondelinge vragenuur kan een lid van een groep niet twee (zoals fractieleden) maar één aanvullende vraag stellen
  • Het lidmaatschap van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) (“commissie-stiekem”) wordt beperkt tot de voorzitters van de vijf grootste fracties, eventueel op voordracht van de leden van de commissie uit te breiden met nog twee fractievoorzitters. Voorzitters van een groep worden daarmee uit de commissie geweerd.

De voorstellen werden goedgekeurd met de stemmen van SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, 50PLUS, de VVD, de SGP, de ChristenUnie, het CDA en de PVV vóór. De fracties van Van Vliet, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers en de Groep Bontes/Van Klaveren stemden tegen.

De wijziging treedt na de Kamerverkiezingen van 2017 in werking.

  • Rapport van de werkgroep fractievorming Tweede Kamer
  • Bijlage 34567, Handelingen Tweede Kamer, 2016-2017, voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde, de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer 2014 en de Regeling vertrouwelijke stukken, met betrekking tot de vorming van fracties en met betrekking tot enkele bepalingen inzake de vaststelling van maximumspreektijden, nrs. 1 e.v.
Scroll naar boven