Nederlands Hervormden

De Nederlands hervormden hebben nooit in vergelijkbare mate steun gegeven aan de CHU als de gereformeerden aan de ARP en de katholieken aan de KVP. In onderzoek komt het aandeel van stemmen voor de CHU onder Nederlands hervormden in geen enkel geval boven de dertig procent (zie tabel 21).

Hierbij moet overigens worden aangetekend, dat de gepresenteerde gegevens, zeker waar het ouder onderzoek betreft, niet geheel vergelijkbaar zijn, daar sommige kleinere protestants-christelijke groepen in enkele gevallen wel en in andere gevallen niet bij de groep van de Nederlands hervormden zijn ondergebracht.

Het feit dat het stemmenaandeel voor de CHU onder Nederlands hervormden relatief gering is, betekent niet automatisch dat de overige stemmen naar seculiere partijen gingen; een aanzienlijk deel der Nederlands hervormden heeft bij verkiezingen voor de Tweede Kamer een voorkeur uitgesproken voor een andere partij op protestants-christelijke grondslag. Dit zijn vooral mensen die behoren tot de Gereformeerde Bond.

Tot en met de jaren zestig behaalt de CHU weliswaar een relatief groot deel van de stemmen der Nederlands hervormden, maar onder deze groep kiezers is de PvdA met tussen de dertig en veertig procent de grootste partij. De CHU blijft hier in de regel vijf tot tien procent bij achter. De ARP weet in deze periode rond de tien procent van de Nederlands hervormde stemmen te behalen en ook de SGP heeft aanhangers onder de Nederlands hervormden. De VVD behaalt in de jaren veertig en vijftig een met de ARP vergelijkbaar percentage stemmen onder de hervormden, maar weet sinds 1967 beduidend betere resultaten te behalen.

In 1977, de eerste maal dat het CDA bij Tweede-Kamerverkiezingen strijdt om de gunst van de kiezer, krijgt de partij ongeveer dertig procent van de stemmen der Nederlands hervormden, een percentage dat ook in 1981 wordt behaald. In 1986 en 1989 stijgt het aandeel van het CDA onder Nederlandse hervormden tot boven de veertig procent, om bij de voor het CDA teleurstellende verkiezingen van de jaren negentig tot iets meer dan een kwart terug te vallen. In 1994 en 1998 is het met name de VVD die haar positie onder deze kiezersgroep, die in 1989 en 1986 bepaald verzwakt was, weet te versterken. De VVD haalt tussen een vijfde en een kwart van de stemmen van Nederlands hervormden, en heeft daarmee in die jaren een aandeel dat vergelijkbaar is met dat van de PvdA. De PvdA is er altijd in geslaagd een aanzienlijk deel van deze kiezersgroep voor zich te winnen, al lijkt er over de hele naoorlogse periode bezien een licht dalende trend in aantrekkingskracht waarneembaar. D66 ziet haar aandeel onder Nederlands hervormde kiezers stijgen en dalen met het aandeel onder het electoraat als geheel. Van de kleine confessionele partijen is het met name de RPF die nog wel Nederlands hervormde stemmen weet te behalen, al is vooralsnog niet duidelijk of de hoge score van 1998 (8%) niet als een (statistische) afwijking dient te worden beschouwd.

Anders dan voor de andere religieuze hoofdstromen, zijn voor de periode sinds 1972 gegevens beschikbaar met betrekking tot een aantal richtingen binnen de Nederlands hervormde wereld. In de tabellen 22 en met 27B staat voor de betreffende verkiezingsjaren de partijkeuze voor enkele stromingen onder de Nederlands hervormden vermeld. Aangezien het in de meeste gevallen om een gering aantal respondenten gaat, dienen de gegevens met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.

Tabel 22. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1972

Gerefor-

meerde Bond

Confessio-

neel

Midden orthodox

Vrijzinnig

Andere richting

Totaal %

PvdA

8

29

20

15

KVP

15

1

ARP

27

22

15

4

7

15

CHU

14

41

39

6

27

20

VVD

5

11

8

43

13

23

D66

5

4

8

2

3

CPN

DS70

7

8

5

SGP

46

4

9

GPV

5

11

7

4

BP/RVP

2

PPR

8

4

13

4

PSP

13

2

Andere partij

2

Totaal

102%

100%

101%

100%

100%

103%

N =

22

27

13

49

15

126

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1972.

Tabel 23. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1977

Gerefor-

meerde Bond

Confessio-

neel

Midden orthodox

Vrijzinnig

Andere richting

Totaal %

PvdA

5

15

52

33

22

CDA

46

44

75

4

33

38

VVD

5

39

10

26

33

21

D66

15

5

PPR

6

4

2

DS’70

6

1

SGP

36

8

GPV

5

1

Andere partij

5

6

2

Totaal

102%

101%

100%

101%

99%

100%

N =

22

18

20

27

3

90

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1977.

Tabel 24. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1981

Gerefor-

meerde Bond

Midden orthodox

Vrijzinnig

Andere richting

Totaal %

PvdA

4

21

40

26

26

CDA

48

50

14

29

31

VVD

12

18

31

24

24

D66

8

6

14

12

11

PPR

2

2

2

SGP

16

5

4

GPV

4

1

BP/RVP

3

1

RPF

8

1

2

Andere partij

3

1

1

Totaal

100%

101%

101%

100%

103%

N=

25

34

58

86

203

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1981.

Tabel 25. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1982

Gerefor-

meerde Bond

Midden orthodox

Vrijzinnig

Andere richting

Geen richting

Totaal %

PvdA

20

26

17

41

28

CDA

48

54

12

33

20

29

VVD

19

12

51

33

26

28

D66

5

6

10

4

6

PPR

17

4

2

DS’70

1

1

SGP

24

3

4

GPV

2

1

RPF

5

2

1

EVP

4

1

Totaal

101%

100%

99%

100%

99%

101%

N =

21

50

49

6

91

217

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1982.

Tabel 26. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1986

Gerefor-

meerde Bond

Confessio-

neel

Midden orthodox

Vrijzinnig

Andere richting

Geen richting

Totaal%

PvdA

8

4

6

29

50

37

25

CDA

33

75

89

15

42

34

42

VVD

4

17

38

8

12

15

D66

15

12

7

PPR

6

3

1

PSP

4

1

SGP

25

2

4

GPV

2

1

RPF

25

3

EVP

4

1

Andere

partij

2

1

Totaal

99%

100%

101%

100%

100%

101%

101%

N=

24

24

18

34

12

67

179

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1986.

Tabel 27. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1989

Gereformeerde Bond

Confes sioneel –

Midden orthodox

Vrijzinnig

Geen richting

Totaal %

PvdA

5

10

26

55

38

32

CDA

41

60

48

18

33

36

VVD

10

9

23

14

12

D66

10

4

5

10

7

Groen Links

1

SGP

32

4

1

6

GPV

5

1

RPF

18

10

1

4

CP/CD

4

1

Andere partij

4

1

Totaal

101%

100%

99%

101%

98%

101%

N =

22

10

23

22

77

154

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1989.

Tabel 27A. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1994

Gereformeerde Bond

Confessio-

neel

Midden orthodox

Vrijzinnig

Geen richting

totaal%

PvdA

6

17

38

31

27

CDA

53

63

57

5

21

26

VVD

13

13

33

30

26

D66

9

17

7

8

GroenLinks

2

3

2

SGP

6

1

GPV

6

1

RPF

29

13

1

4

CD

1

1

AOV/Unie

55+

13

4

5

6

6

SP

andere partij

Totaal

100%

102%

100%

100%

100%

102%

N=

17

8

23

42

97

187

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1994.

Tabel 27B. Richting binnen Hervormde Kerk en stemgedrag, 1998

Gerefor meerde Bond –

Confessio-

neel –

Midden orthodox

Vrijzinnig –

Geen richting

totaal%

PvdA

5

6

20

20

36

24

CDA

36

47

44

17

21

28

VVD

18

6

12

30

27

22

D66

8

13

4

5

GroenLinks

6

12

10

4

6

SGP

18

2

GPV

3

1

RPF

23

35

4

8

CD

Unie 55+

AOV

Senioren 2000

3

1

SP

10

2

andere partij

4

1

Totaal

100%

100%

100%

100%

102%

100%

22

17

25

30

81

176

Bron: Nationaal kiezersonderzoek 1998.

Leden van de Gereformeerde Bond stemmen in zeer grote meerderheid op een confessionele partij. Vooral de SGP kan rekenen op een relatief groot deel van de stemmen der Gereformeerde Bonders, al vormt van de kleinere partijen de RPF bij de meest recente verkiezingen een geduchte concurrent. Ook van de midden-orthodoxen stemt een groot deel op een confessionele partij, waarbij het met name gaat om het CDA. Seculiere partijen als de PvdA en de VVD weten onder deze kiezers overigens wel enige aanhang te verwerven. De vrijzinnigen onder de Nederlands hervormden stemmen veel minder dan de andere twee groepen op een confessionele partij. Van deze kiezers verkrijgen seculiere partijen als de VVD en de PvdA een relatief groot deel der stemmen.

Scroll naar boven