Openbare en besloten vergaderingen

De plenaire vergaderingen van de Tweede Kamer zijn sinds 1815 openbaar, die van de Eerste Kamer sinds 1848. De kamers vergaderen evenwel met gesloten deuren – in comité-generaal – indien een tiende van de aanwezige leden het vordert of de kamervoorzitter het nodig oordeelt. Tot 1971 werd de raming van de uitgaven van de kamers in de beide kamers nog in comité-generaal behandeld. Sindsdien heeft de Tweede Kamer slechts eenmaal in comité-generaal vergaderd om de vertrouwelijkheid van kamerstukken – waaronder verslagen van vergaderingen met gesloten deuren – op te heffen.

Pas in 1980 besloot de Tweede Kamer via een wijziging van haar reglement van orde – aansluitende bij de inwerkingtreding van de Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1978, nr. 581) – ook voor de commissievergaderingen de openbaarheid als uitgangspunt te kiezen. Uitzondering op deze regel vormt in de Tweede Kamer – het deel van – de vergadering waarin de te volgen procedures aan de orde zijn alsmede de behandeling van aan de commissie gerichte brieven. De commissies kunnen bovendien besluiten in concrete gevallen besloten te vergaderen.

De vergaderingen van enkele Tweede-Kamercommissies, waaronder die voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en voor de werkwijze, zijn op grond van een besluit van de kamer besloten.

De vergaderingen van commissies van de Eerste Kamer zijn niet openbaar.

In onderstaande tabel zijn de aantallen commissievergaderingen in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer sinds 1960 weergegeven.

Aantal commissievergaderingen

Zittingsjaren

TK

EK

Totaal

w.v. openbaar

1960-1961

342

57

1961-1962

341

50

1962-1963

346

54

1963-1964

386

69

1964-1965

344

59

1965-1966

355

5878

1966-1967

285

64

1967-1968

486

71

1968-1969

578

76

1969-1970

690

97

1970-1971

543

23

1971-1972

746

94

1972-1973

404

74

1973-1974

679

102

1974-1975

621

78

1975-1976

685

112

1976-1977

682

118

1977-1978

456

123

1978-1979

918

140

1979-1980

887

57

1980-1981

973

106

1981-1982

1.000

72

1982-1983

1.187

97

1983-1984

1.336

114

1984-1985

1.379

126

1985-1986

966

123

1986-1987

1.370

110

1987-1988

1.428

112

1988-1989

1.062

95

1989-1990

1.040

76

1990-1991

1.117

109

1991-1992

1.092

93

1992-1993

1.167

96

1993-1994

985

131

1994-1995

1.029

87

1995-1996

959

85

1996-1997

1.235

72

1997-1998

1.646

77

1998-1999

1.342

66

1999-2000/2000

1.403

57

2000-2001/2001

1.492

80

2001-2002/2002

1.116

67

2002-2003/2003

1.290

33

2004

1.571

2005

1.584

2006

1.323

714

2007

1.421

829

98

2008

1.741

1.310

65

2009

1.720

1.341

72

2010

1.180

955

61

2011

1.734

1.363

72

2012

1.106

82

2013

1.391

55

2014

1.226

2015

1.250

2016

1.209

N.B. Het aantal vergaderingen in de Eerste Kamer heeft betrekking op vergaderingen van vaste commissies; tot het midden van de jaren zestig zijn ook vergaderingen van de afdelingen meegeteld; vanaf 2000 betreft het in de Tweede Kamer het aantal commissievergaderingen per kalenderjaar. Vanaf 2007 betreft het bij de Eerste Kamer vergaderjaren (waarbij 2007 staat voor 2007-2008 etc.).

Bron: Griffie van de Tweede en Eerste Kamer: voor meer details, zie: CBS, Statistisch zakboek/Jaarboek, ’s-Gravenhage, diverse jaren.

Scroll naar boven