Karakter

De Nederlandse Grondwet heeft geen ideologisch fundament. Het bevat geen eenduidig concept (zoals: volkssoevereiniteit) voor de grondslag van de macht van de overheid of voor de uitoefening van de bevoegdheden van de staat. De Grondwet heeft mede daardoor geen grote normatieve kracht: zij is meer beschrijvend dan normstellend van aard.

Die beschrijving heeft betrekking op de fundamentele rechten van burgers, de hoofdlijnen van de staatsinrichting en de positie van de belangrijkste staatsinstellingen in de vorm van regels omtrent hun samenstelling, onderlinge verhoudingen en bevoegdheden, en de beginselen van het decentrale bestuur.

Dat wil niet zeggen dat het normatieve element volledig ontbreekt. De Grondwet bevat belangrijke waarden als de waarborging van fundamentele rechten, van de democratische besluitvorming en verder ook elementen van het legaliteitsbeginsel: de overheid heeft alleen die bevoegdheden, die haar bij of krachtens de Grondwet zijn toegekend en haar optreden is gebonden aan de grenzen die het recht stelt.

Maar het is een overwegend sober en stabiel basisdocument. Dat heeft alles te maken met de Nederlandse traditie van pragmatisch pluralisme: door onderhandelingen wordt consensus bereikt. Explicitering van de achterliggende waarden en beginselen wordt – ook in de Grondwet – vermeden, omdat deze het bereiken van consensus kan bemoeilijken.

De Grondwet bevat dan ook geen gloedvolle preambule: een voorverklaring die ingaat op de overwegingen, de redenen en de doelen van de Grondwet. Zo’n preambule kan de historische identiteit van een politiek stelsel tot uitdrukking brengen. De Grondwet bevat verder ook maar weinig materiele rechtsbeginselen, het proclameert wel grondrechten, maar vertrouwt de uitwerking en de beperking in hoge mate toe aan de wetgever en stelt ook overigens groot vertrouwen in die wetgever. Het vormt in zijn geheel een betrekkelijk open rechtssysteem. De Grondwet beperkt zich meestal tot regeling van enkele hoofdzaken of het geven van enkele algemene voorschriften. De wetgever regelt de uitwerking.

De Grondwet is daarmee voornamelijk een juridisch-staatkundig document waarvan de betekenis beperkt is: diverse constitutionele regels zijn niet in de Grondwet opgenomen, maar maken deel uit van het ongeschreven constitutionele recht.

 

In 2019 verscheen bij Prometheus Het verhaal van de Grondwet van W. Voermans. Daarin probeert hij historisch, biologisch, sociaalpsychologisch, economisch, politiek en juridisch te verklaren waarom juist de laatste 40 jaar veel meer landen een grondwet hebben opgesteld.

Scroll naar boven