Wijze van verkiezing

De gemeenteraad is de gemeentelijke volksvertegenwoordiging. Artikel 7 van de Gemeentewet luidt: “De raad vertegenwoordigt de gehele bevolking van de gemeente.” Daarmee wordt bedoeld dat de raad bij zijn de belangen van de gehele bevolking in aanmerking moet nemen: ook de belangen van de niet-Nederlanders en van de niet-kiesgerechtigden.

De gemeenteraad wordt rechtstreeks gekozen. De Grondwet regelt die verkiezing in artikel 129.  Op grond van dat artikel worden de raadsleden gekozen door de Nederlandse ingezetenen van de gemeente, die 18 jaar of ouder, ingezetene van de gemeente en niet uitgesloten van het kiesrecht zijn. Verder kan bij wet het recht de leden van de gemeenteraad te kiezen en het recht lid van de gemeenteraad te zijn (passief kiesrecht) worden toegekend aan ingezetenen, die geen Nederlander zijn, mits zij tenminste voldoen aan de vereisten die gelden voor Nederlandse ingezetenen. Die wet is er gekomen: ook niet-Nederlanders die langer dan 5 jaar ingezetene zijn in een gemeente, hebben het actief en passief kiesrecht voor de gemeenteraad gekregen. (artikel 10 Gemeentewet, Wet van 29 augustus 1985, Staatsblad 1985, nr. 478). Voor het lidmaatschap van de raad gelden dezelfde vereisten als voor het actief kiesrecht. Ook het beginsel van verkiezingen op grond van evenredige vertegenwoordiging is grondwettelijk vastgelegd. De zittingsduur van de raad is 4 jaren.

Zie voor de kandidaatstelling: G. Voerman en M. Boogers, Rekrutering revisited. De kandidaatstelling voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 vergeleken met 2006, Den Haag, 2011.

Zie voor het werk van raadsleden:

  • J.D. Pruim, Hoe en wat voor het raadslid. Een werkboek rechtstreeks vanuit de praktijk, Utrecht, 2010
  • E. Broers, Het raadslid, natuurlijk actief: tips en aandachtspunten, Amsterdam, IPP, 2009.

Nadat de gemeenteraadsverkiezingen vindt een onderzoek door de raad plaats o.a. naar de geloofsbrief: de kennisgeving van de benoeming door het centraal stembureau. Daarbij wordt dan o.a. gekeken naar het door de kandidaat bekleden van met het raadslidmaatschap onverenigbare betrekkingen. Ook gemeenteraadsleden dienen de wettelijk voorgeschreven eed af te leggen.

Op 31 oktober 2016 publiceerde de Raad voor het openbaar bestuur het rapport Niet alleen een ambt, ook een ambacht. Daarin doet de Raad de volgende aanbevelingen:

  • bij de kandidatenselectie zouden partijpolitieke overwegingen moeten worden gekoppeld aan de vraag of iemand aan algemene kwaliteitseisen voldoet
  • het is voor politieke ambtsdragers cruciaal dat ze, ook na hun selectie en/of benoeming, steeds oog blijven houden voor veranderingen in de omgeving en voor verwachtingen uit de samenleving en dat ze niet alleen in hun eigen binnenkring en in het stadhuis verkeren
  • neem tijd, maak ruimte en schep voorwaarden voor professionalisering en ontwikkeling
  • faciliteer lokale politieke partijen
  • ontwikkel faciliteiten voor politieke ambtsdragers en raadsleden.

Zie:  Raad voor het Openbaar Bestuur, Niet alleen een ambt, ook een ambacht, Den Haag, 2016.

Scroll naar boven