De Gemeentewet regelt het aantal wethouders in een gemeente. Het aantal wethouders bedraagt maximaal 1/5 van het aantal gemeenteraadsleden (afronding naar boven). Er zijn er minimaal twee. Verder is van belang dat in gemeenten tot en met 18.000 inwoners het wethouderschap een deeltijdbaan is: de wethouders heeft daarnaast nog één of meer functies. Ook is het voor grotere gemeenten mogelijk een deeltijdwethouder aan te stellen, al wordt daar niet veel gebruik van gemaakt. De gemeenteraad neemt een dergelijk besluit, waarna het aantal te benoemen wethouders hoogstens een kwart bedraagt van het aantal gemeenteraadsleden.
In juli 2016 beantwoordde minister Plasterk schriftelijke vragen van Fokke (PvdA) over berichten als zou in de gemeente Reusel een wethouder in 95% deeltijd worden aangesteld zodat hij dan geen neveninkomsten hoeft te verrekenen. De minister antwoordde dat de raad de tijdsbestedingsnorm van elke wethouder vaststelt. Een deeltijdaanstelling van 95 of 99% is daarom geen verkeerde interpretatie van de wet. Zie: Aanhangsel Handelingen Tweede Kamer, 2015-2016, nr. 2016Z12970
Het aantal wethouders is de afgelopen jaren, door de gemeentelijke herindelingen, gedaald van ruim 1700 tot ruim 1500, zie onderstaande tabel. Daaruit blijkt het effect van de herindelingen: er is sprake van een halvering van het aantal wethouders in gemeenten tot 10.000 inwoners, terwijl er ook een daling in de gemeenten van 10.000 tot 20.000 inwoners. Daar staat een toename in de groep 20.000-100.000 tegenover.
Inwoners |
1998 |
2002 |
2006 |
2010 |
2011 |
2012 |
2014 |
2015 |
2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Minder dan 10.000 |
295 |
193 |
143 |
105 |
91 |
86 |
82 |
67 |
60 |
10.000-20.000 |
521 |
488 |
423 |
369 |
345 |
327 |
314 |
302 |
295 |
20.000-50.000 |
602 |
666 |
665 |
682 |
684 |
681 |
710 |
704 |
711 |
50.000-100.000 |
154 |
185 |
184 |
196 |
202 |
217 |
220 |
206 |
210 |
100.000 of meer |
154 |
155 |
146 |
142 |
142 |
144 |
155 |
162 |
173 |
Totaal |
1.726 |
1.687 |
1.561 |
1.494 |
1.464 |
1.455 |
1.481 |
1.441 |
1.449 |
Bron: Destaat van het bestuur, BZK, 2016.