Wethouders kunnen uiteraard vrijwillig ontslag nemen. Van onvrijwillig ontslag is sprake als de gemeenteraad het vertrouwen in de wethouder opzegt, als de wethouder een overenigbare functie blijft bekleden) of een dergelijke functie gaat bekleden. In opdracht van het ministerie van BZK heeft de Stichting Decentraalbestuur.nl onderzoek gedaan naar het aftreden van o.a. wethouders.
In 1948 werd het mogelijk individuele wethouders te ontslaan als zij niet langer het vertrouwen van de raad hadden. Die regeling werd, na de communistische machtsgreep in Tsjecho-Slowakije, ingevoerd om communistische wethouders te ontslaan. Bij een motie van wantrouwen dient de wethouder onmiddellijk af te treden, vóór 2002 gold een afkoelingsperiode van een tenminste twee weken.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van teruggetreden wethouders per bestuursperiode sinds 1986.
Bestuursperiode |
Totaal aantal wethouders |
Waarvan afgetreden |
Waarvan om politieke redenen |
|
---|---|---|---|---|
Absoluut |
percentage |
Percentage |
||
1986-1990 |
1.854 |
374 |
20 |
25 |
1990-1994 |
1.799 |
359 |
20 |
38 |
1994-1998 |
1.726 |
456 |
26 |
57 |
1998-2002 |
1.677 |
444 |
26 |
|
2002-2006 |
1.648 |
464 |
28 |
|
2006-2010 1 |
1.513 |
449 |
30 |
1 omgerekend vanuit onderzoek naar de periode 2007-2009.
Bron: Stichting Decentraalbestuur.nl
Zie: DecentraalBestuur.nl
Opvallend is dat de stijging sinds 2002, de invoering van de dualisering, betrekkelijk gering is geweest.
Voor de periode 2007-2009 zijn gegevens bekend over de partij-politieke kleur van de afgetreden wethouders. Met name SP en D66 scoren laag met resp. 1 en 0 afgetreden wethouder, zie onderstaande tabel.
Aantal wethouders |
Waarvan afgetreden |
Afgetreden in % van het totaal |
Afgetreden in % binnen de partij |
|
---|---|---|---|---|
CDA |
375 |
56 |
23,9% |
14,9% |
PvdA |
407 |
69 |
29,5% |
16,9% |
VVD |
219 |
40 |
17,1% |
18,3% |
GroenLinks |
67 |
10 |
4,3% |
14,9% |
D66 |
22 |
0 |
0,0% |
0,0% |
SGP |
27 |
4 |
1,7% |
14,8% |
ChristenUnie |
61 |
8 |
3,4% |
13,1% |
SP |
23 |
1 |
0,4% |
4,3% |
Anders |
295 |
45 |
17,9% |
15,3% |
Totaal |
1.496 |
234 |
100% |
15,5% |
Er is in 2009 een enquete gehouden over de motieven van wethouders om af te treden. De uitkomsten waren als volgt:
Reden |
% |
---|---|
Conflict met de gemeenteraad |
23% |
Conflict met de “eigen” fractie |
22% |
Aftreden vanwege andere functie |
17% |
Conflict binnen het college |
11% |
Uitgekeken op wethouderschap |
11% |
Sinds 2011 kunnen wethouders zich tijdelijk laten vervangen bij ziekte of zwagerschap. De vervanging vindt alleen plaats op verzoek van betrokkene. Bij ziekte is een medische verklaring nodig die aannemelijk moet maken dat de wethouder niet binnen twee maanden weer aan het werk kan. In dat geval kan worden besloten tot tijdelijke vervanging voor maximaal een jaar. De beslissing over de tijdelijke vervanging wordt genomen door het college van B&W.
Zie over het aftreden van wethouders:
- Enquete collegevorming, in: Binnenlands Bestuur, 17 januari 2011
- De vallende wethouder. Een onderzoek naar de vertrekredenen van onvrijwillig teruggetreden wethouders in de bestuursperiode 2006-2010, BMC, 2011 (ministerie BZK)
- Stichting Decentraal Bestuur.nl, Terugtredende wethouders, trendanalyse en redenen voor het verlaten van het ambt, 2010.
Zie over de wijze waarop wethouders op hun functie worden voorbereid: Bestuurders onder druk, ministerie BZK, 2011.
Zie over de arbeidsmarktpositie van wethouders: Vangnet of springplank?, P&O Services Group, 2011. Hieruit blijkt dat het wethouderschap geen opstap is of kansen biedt voor een carriere buiten de politiek.
Zie over de staatsrechtelijke positie van de wethouder: J. Engels, “Naar een staatsrechtelijke verzelfstandiging van de wethouder”, in: De Gemeentestem, Volume 7418.
Zie verder over de wethouder:
- E. Haan, Schaken op meerdere borden. Twaalf lessen uit twaalf jaar wethouderschap, Van Gennep, 2015
- L. Vulperhorst, Praktische dromers. Over het vak van wethouder, Amsterdam, 2010
- P.W. Tops, A.F.A. Korsten en C.A.T. Schalken, De wethouder. Positie en functioneren in een veranderend bestuur, ‘s-Gravenhage, 1994
- P. Bordewijk, Het nut van wethouders, Alphen aan den Rijn, 1991
- Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Wethouders in Nederland; een onderzoek naar hun positie en functioneren, Den Haag, 1980.
Er zijn enkele biografieën van wethouders:
- L. Asscher, De ontsluierde stad, Amsterdam, 2010
- K. Swaak, Een kamer op het stadhuis. Wethouder in Groningen 1992-1998, Groningen, 2009
- E. Slot en H. Moor, Wibaut. Onderkoning van Amsterdam, Amsterdam, 2009
- E. Kalk, De rode geranium. Leven en werk van Eiske ten Bos-Harkema (1885-1962), de eerste vrouwelijke wethouder van de SDAP in Nederland, Amsterdam, 2005
- D. Wolthekker, Terug naar Beilen. Leven en dood van een rode dorpswethouder, Amsterdam, 2003
- H. Pars, Wethouder aan zee. Een levensschets van de Haagse wethouder Piet Vink (1927-2002), Den Haag, 2003.