Voor elk van de kabinetten sinds 1848 is in de lijst van kabinetten aangegeven wanneer een minister tussentijds ontslag heeft genomen. De daar weergegeven reden voor het ontslag is ontleend aan de bekende tabellen in het jaarboek Parlement en Kiezer. Achter deze redenen kunnen nog andere politieke en persoonlijke oorzaken een rol gespeeld hebben. Tussentijds ontslag, evenzeer als overgang van ministers naar volgende kabinetten onafhankelijk van hun politieke kleur, kwam in vroegere perioden meer voor dan thans. Onder degenen die tussentijds ontslag namen was in het bijzonder het aantal ministers van oorlog en marine groot. In onderstaande tabel is voor een aantal tijdvakken aangegeven hoe vaak ministers tussentijds ontslag namen, anders dan wegens gezondheidsredenen.
Tussentijds aftreden van individuele ministers, anders dan wegens gezondheid of redenen van persoonlijke aard 1
Periode |
Totaal aantal malen |
Waarvan op oorlog, marine, defensie |
---|---|---|
1848-1888 |
36 |
12 |
1888-1918 |
15 |
8 |
1918-1940 |
11 |
4 |
1940-1946 |
8 |
1 |
1946-1967 |
11 |
3 |
1967-1982 |
10 |
3 |
|
|
|
Totaal |
107 |
33 |
1 Het betreft hier dus niet het aantal ministers (personen) maar het aantal malen dat tussentijds aftreden voorkwam.
Bron: Parlementair Documentatiecentrum Rijksuniversiteit, Leiden.
Het aftreden van 19 bewindslieden in de periode 1918-1966 wordt beschreven in een in januari 2016 verschenen proefschrift, zie: Ch. Brand, Gevallen op het Binnenhof, Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2016. In 2018 verscheen A. Bos, Verloren vertrouwen. Waarom bewindslieden hun ontslag aanboden, uitgeverij Boom, 2018. Dit boek beschrijft het aftreden van bewindspersonen in de periode 1967-2002.