De afdeling biografieën van het Algemeen Nederlands persbureau (de „ANP-biodienst”) stelt biografieën samen van Nederlanders die als gevolg van hun functie of maatschappelijke positie min of meer regelmatig in het nieuws (kunnen) komen.
Voor politieke figuren betekent dit, dat in ieder geval worden opgenomen:
- bewindslieden
- kamerleden
- voorzitters van politieke partijen
- burgemeesters van gemeenten met meer dan 20.000 inwoners
- wethouders van de drie grote gemeenten.
De dienst bestaat sinds 1972, met sinds 1977 de mogelijkheid van abonnement voor buitenstaanders.
De basisgegevens voor de biografieën worden verkregen door toezending van een formulier aan personen die daarvoor in aanmerking komen. Deze gegevens worden zo mogelijk aangevuld met informatie uit „serieuze” kranteberichten en tijdschriftartikelen.
Daarnaast worden door de Biodienst grote, „serieuze” interviews bewaard (waaruit soms ook uitspraken in de biografie worden opgenomen).
Na telefonsiche afspraak is inzage in het materiaal van de dienst mogelijk.
Verder is van belang het biografisch archief van de Rijksvoorlichtingsdienst, dat in zijn huidige vorm bestaat sins 1945.
Dit archief bevat de gegevens van de ANP-biodienst (de RVD heeft hierop sinds 1977 een abonnement), aangevuld met gegevens verzameld door de eigen dienst.
De personen over wie gegevens in het archief worden opgenomen zijn:
- bewindslieden
- kamerleden
- burgemeesters van de grote steden
- belangrijke leden van de Raad van State, de Hoge Raad, de Algemene Rekenkamer, de Sociaal-Economische Raad, enzovoort
- belangrijke voorzitters van werkgevers- en werknemersorganisaties
- mensen die minister zouden kunnen worden”.
Iedereen die voor opname in het archief in aanmerking komt, uitgezonderd de Tweede-Kamerleden (waarvan gegevens via het jaarboekje Parlement en Kiezer en via de ANP-biodienst worden verkregen), krijgt een formulier van de Rijksvoorlichtingsdienst toegezonden.
Deze formulieren vormen het minimale materiaal waarover de RVD met betrekking tot een bepaalde persoon beschikt. Dit basismateriaal wordt eventueel aangevuld met krante- en tijdschriftartikelen. Opgenomen worden uitsluitend artikelen die betrekking hebben op de persoonlijke opvattingen, omstandigheden, houdingen, instelling, achtergronden, enzovoort van de betreffende persoon.
Het biografisch archief van de RVD is in principe voor een ieder toegankelijk.
Na het overlijden van iemand waarvan gegevens in het archief zijn opgenomen, worden de op deze persoon betrekking hebbende gegevens doorgezonden naar het Centraal Bureau voor de Genealogie te ’s-Gravenhage. Dit bureau beschikt over uitgebreide collecties algemene dossiers op in Nederland voorkomende familienamen, familie-advertenties en bidprentjes. Deze collecties zijn voor het publiek ter inzage. Verder worden bij het CBG bewaard de persoonskaarten van alle personen die na 1938 in Nederland zijn overleden. Op deze kaarten worden vermeld de geboorte- en overlijdensplaats en -datum, beroep, burgerlijke staat, eventuele kinderen. Uittreksels uit de persoonskaarten kunnen uitsluitend schriftelijk bij het CBG worden aangevraagd.
Belangrijke uitgaven van het Centraal Bureau voor de Genealogie zijn de naslagwerken Het Nederlandse adelsboek, sedert 1903, Het Nederlands patriarchaat, sedert 1910, en genealogisch repertorium, oorspronkelijk van jhr. mr. E.A. van Beresteyn, herzien en tot 1 januari 1970 bijgewerkt door H.L Kruimel, supplement 1970-1984 samengesteld door P.A. Christiaans en A.J. van der Tang, 3 delen, ’s-Gravenhage 1972, 1987.
Het naamsregister van dit Repertorium verwijst naar talloze genealogische boeken en tijdschriften, die in ieder geval aanwezig zijn op het CBG. De na 1970 verschenen publikaties zijn door het CBG geregistreerd in een kaartsysteem, dat momenteel voor publikatie wordt bewerkt.
Voor een overzicht van de genealogische tijdschriften in Nederland, zie: Gedenkboek 1948-1978 van de afdeling Kennemerland van de Nederlandse Genealogische Vereniging.
Het Centraal Register van Particuliere Archieven te ’s-Gravenhage (een onderafdeling van het Algemeen Rijksarchief) heeft een kaartsysteem met index op naam dat verwijzingen bevat naar overheidsarchieven en vindplaatsen van particuliere archieven. Archieven van politici bevinden zich veelal in de IIe afdeling van het Algemeen Rijksarchief.