Het belang van gegevens over de demografische en fysisch-geografische karakteristiek van het bestuurde grondgebied is groot. Sinds de Bataafs-Franse tijd geldt het principe dat bepaalde kenmerken van een gemeente of provincie (zoals bevolkingsomvang) tot grondslagmoeten dienen voor de bepaling van bijvoorbeeld de omvang van specifieke bestuursorganen. Fysisch-geografische kenmerken en bevolkingsomvang spelen zo een rol bij de vaststelling van de uitkering uit het provinciefonds. Artikel 160c Provinciewet stelt dat de ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën jaarlijks de aanspraken uit het Provinciefonds vaststellen als de optelsom van:
- een voor alle provincies gelijk bedrag
- een voor alle provincies gelijk bedrag per inwoner
- een voor alle provincies gelijk bedrag per hectare land en binnenwater
- een voor alle provincies gelijk bedrag per hectare buitenwater
- een voor in aanmerking komende provincies een gelijk bedrag naar ,,.draagkracht van de ondergrond gewogen kilometer vaarweg.”