Het zijn de partijen zelf, die de informatie over het aantal leden verstrekken. Tot circa 1970 waren de door de landelijke partijsecretariaten opgegeven aantallen vaak slechts benaderingen, omdat de ledenadministratie toen nog niet centraal plaatsvond. Sinds die tijd is bij vrijwel alle partijen de ledenadministratie gecentraliseerd en vaak ook geautomatiseerd. De gegevens zijn daardoor accurater geworden, al kan – net als voorheen – niet elke publiek gemaakte „schatting” zonder meer worden overgenomen, zeker niet in de periode voorafgaand aan de verkiezingen. De op de contributie-inning gebaseerde jaaroverzichten geven een betrouwbaarder beeld. Zie voor uitgebreide analyses en een volledige verantwoording van de ledentallen:
- G. Voerman, „De ledentallen van politieke partijen, 1945-1995”, in: Jaarboek 1995 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, Groningen, 1996, pp. 192-206
- R.A. Koole, De Opkomst van de Moderne Kaderpartij: veranderende partijorganisatie in Nederland 1960-1990, Utrecht, 1992, hoofdstuk 4: „Lidmaatschap en ledentallen”
- R.A. Koole en G. Voerman, Het lidmaatschap van politieke partijen na 1945, in: Jaarboek 1985 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, Groningen, 1986, pp. 115-176.