Bevolking

In tabel 1 is de bevolkingsomvang alsmede de bevolkingsopbouw per provincie gegeven. Ten aanzien van de bevolkingsopbouw blijkt dat geen sprake is van werkelijk opmerkelijke afwijkingen naar boven of naar onder ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Vanuit bestuurskundig oogpunt is de bevolkingsdichtheid veel interessanter. Uit tabel 1 blijkt hoezeer de hoogste bevolkingsdichtheid geconcentreerd is in de drie westelijke provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. De provincie Brabant heeft weliswaar een vrij groot aantal inwoners, maar dit is dan ook gespreid over een vrij groot grondgebied (zie volgende paragraaf).

Tabel 1. Bevolkingsopbouw per provincie, 1-1-1992.

0-19 jaar

20-44 jaar

45-64 jaar

65-79 jaar

80 jaar of ouder

totaal

per km land

%

%

%

%

%

x 1000

abs.

Groningen

23,6

41,2

20,7

10,8

3,6

555,2

236

Friesland

27,0

38,1

21,1

10,4

3,5

601,8

179

Drenthe

25,5

38,0

22,5

11,0

3,0

445,6

168

Overijssel

26,7

39,4

21,1

9,9

2,9

1.032,4

309

Flevoland

32,0

43,0

16,3

7,6

1,1

232,8

165

Gelderland

25,7

40,1

21,5

9,9

2,8

1.828,8

365

Utrecht

25,3

42,3

20,2

9,3

2,8

1.037,3

763

Noord-Holland

23,0

42,4

21,1

10,3

3,1

2.421,7

909

Zuid-Holland

24,5

40,9

20,9

10,4

3,3

3.271,5

1.140

Zeeland

25,2

37,1

21,8

11,9

4,0

359,2

200

Noord-Brabant

25,3

41,2

22,4

8,9

2,3

2.225,3

450

Limburg

23,2

40,6

23,5

10,2

2,4

1.115,5

514

Nederland1

24,9

40,8

21,4

10,0

2,9

15.129,2

446

1 Inclusief Central Population Register.

Bron: CBS, Statistisch Jaarboek 1993, p. 52.

In tabel 2 komt nog duidelijker tot uitdrukking hoezeer de bevolking in ons land geconcentreerd is.

Tabel 2. Verdeling Nederlandse bevolking overprovincies in percentages en het aantalgemeentenperprovincie op 1-1-1992..

provincie

bevolking %

gemeenten

Groningen

3,7

25

Friesland

3,8

31

Drenthe

2,9

34

Overijssel

6,8

45

Flevoland

1,5

6

Gelderland

12,1

86

Utrecht

6,9

38

Noord-Holland

16,0

70

Zuid-Holland

21,6

95

Zeeland

2,4

30

Noord-Brabant

14,7

131

Limburg

7,3

56

Bron: CBS, Statistisch Jaarboek 1993, p. 52, Staatsalmanak 1992.

De drie westelijke provincies huisvestten op 1 januari 1992 44,5% van de Nederlandse bevolking. Als wij voorts zien dat in Brabant en Limburg samen nog eens 22% van de bevolking woonachtig is, dan blijkt dat in het westen en zuiden van ons land tweederde van het totaal aantal inwoners is ondergebracht. In termen van bevolking zijn er derhalve “volle” en ,,lege” provincies. Uit tabel twee blijkt ook dat de provincie Noord-Brabant momenteel de enige is waar nog geen grootschalige gemeentelijke herindelingen hebben plaatsgevonden. Inmiddels zijn daartoe verstrekkende stappen gezet.

Scroll naar boven