Burgerparticipatie is de overkoepelende term voor het direct of indirect betrekken van burgers (al dan niet georganiseerd in maatschappelijke organisaties) bij het lokale beleid.
Hoewel twee-derde van de gemeenten geen referendumverordening kennen en er in de gemeenten die wel het referendum kennen er weinig gebruik van wordt gemaakt, is het lokaal referendum toch één van de meest bekende middelen voor burgers om invloed uit te oefenen op de gemeentelijke besluitvorming. Er zijn verschillende soorten referenda. Als het initiatief uitgaat van de gemeente is er sprake van een raadplegende referenda. Ligt het initiatief bij de burger, dan spreekt men van een raadgevend referendum. Gaat het referendum over een reeds genomen besluit, dan betreft het een correctief referendum (al dan niet raadplegend of raadgevend). Is het referendum bindend, dan gaat het om een verplicht referendum, anders is het een facultatief referendum. De Tijdelijke referendumwet (op 2005 vervallen) regelde het facultatief raadgevende correctieve referendum. Dit referendum had als onderwerp gemeentebesluiten die door het college referendabel waren verklaard. Een verzoek tot het houden van een dergelijk referendum kon worden gedaan door een bepaald percentage van de kiesgerechtigden binnen 3 weken na bekendmaking van het besluit waar het referendum betrekking op had. De uitslag van het referendum was afwijzend als een meerderheid tegen het besluit stemde en als die meerderheid tenminste 30% van de kiesgerechtigden uitmaakte.
Zie voor uitgebreider informatie:
- Ch. R. Vis, J. Haan, E. van Vloten, De raad en burgerparticipatie. Ieder in zijn rol en in zijn kracht, Den Haag, 2010
- G. Enthoven (e.a.), J. Jullens (eindred.), Naar buiten. Spoorboekje burgerparticipatie voor raad en college, Den Haag, 2010
- L.J. de Graaf, J.J.C. van Ostaaijen, Noties voor participatienota’s?. Een verkennende analyse naar lokale participatiedocumenten in 31 Nederlandse gemeenten, Den Haag, 2010 (BZK)
- Instituut voor Publiek en Politiek, Burgerparticipatie in de lokale politiek, een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie, 2010
- E.H. Tonkens en G.J. Kroese, Bewonersparticipatie via vouchers: democratisch en activerend? Evaluatie van de eerste fase van de extra budgetten voor bewonersinitiatieven (“voucherregeling’), 2009
- Instituut voor Publiek en Politiek, Wipkippen, wisselgeld & wisselend succes, over de succes- en faalfactoren van burgerinitiatieven bij gemeenten, 2009
- M. Rosema, De stemming in Leeuwarden. Evaluatie van het referendum op 24 mei 2006 over het project NIeuw Zaailand, Enschede, 2006
- M. Boogers, P.W. Tops, Hoe het referendum werd ‘gewonnen’. Een evaluatie van het Groninger referendum van 29 juni 2005, Dongen, 2005
- P.W. Tops e.a., Het burgemeestersreferendum in Vlaardingen. Terugblik op een democratische primeur, Vlaardingen, 2002
- M. Boogers en P.W. Tops, De toor’n van de stad. Een essay over het Groninger referendum van 21 februari 2001 en de kwaliteit van de lokale democratie, Dongen, 2001
- W. Bombeeck en F. Poort, Invloed op het gemeentebestuur, Amsterdam, 2001 (Leidraad voor burgers om zo effectief mogelijk voor hun belangen op te komen bij het gemeentebestuur)
- D.J. Elzinga, H.G. Hoogers, J. Koopman en B. Thomas, Het lokale referendum, Alphen aan den Rijn, 1996
- Ph. van Praag (red.), Een stem verder, het referendum in de lokale politiek, Amsterdam, 1993
- W.E. Saris et al., Een evalutatie van het eerste Amsterdamse referendum, Amsterdam, 1992
- J.A.G.M. van Dijk, Referendum, onderzoek en stadsgesprek bij de bestuurlijke vernieuwing van gemeenten, in: Bestuurswetenschappen, 1992, nr. 5, pp. 384-401
- J.J.M. van Holsteyn en R. Hillebrand, Leiden geraadpleegd, evaluatie van het referendum van 6 maart 1991, Leiden, 1991
- R. Hillebrand en J.J.M. van Holsteyn, Haarlem geraadpleegd, evaluatie van het referendum van 6 maart 1991, Leiden, 1991
- P.C. Gilhuis, Een pleidooi voor het referendum, Amsterdam, 1984
- P.C. Gilhuis, Het referendum, een rechtsvergelijkend studie, Alphen aan den Rijn, 1981.
Wat vinden de burgers zelf van de effectiviteit van de burgerparticipatie? Uit onderzoek blijkt een meerderheid cynisch is over de gemeentelijke politiek:
Percentage kiezers dat het eens dan wel oneens is met de stelling: “gemeenteraadsleden bekommeren zich niet zo veel om de mening van mensen zoals ik”, 1986-2006.
Eens |
Oneens |
Weet niet |
|
---|---|---|---|
1986 |
38 |
40 |
23 |
1994 |
49 |
34 |
17 |
1998 |
46 |
44 |
10 |
2002 |
53 |
27 |
20 |
2006 |
63 |
31 |
6 |
Bron: SGBO, Gemeenteraadverkiezingen in zicht, 1982-2006, Den Haag, 2006.
Percentage kiezers dat het eens dan wel oneens is met de stelling: “Mensen zoals ik hebben geen enkele invloed op de gemeentepolitiek”, 1986-2006.
eens |
oneens |
weet niet |
|
---|---|---|---|
1986 |
40 |
44 |
17 |
1994 |
46 |
44 |
11 |
1998 |
40 |
53 |
7 |
2002 |
51 |
38 |
12 |
2006 |
63 |
31 |
6 |
Bron: SGBO, Gemeenteraadverkiezingen in zicht, 1982-2006, Den Haag, 2006.
Het is maar de vraag of dit toegenomen cynisme veroorzaakt wordt door ontevredenheid over de gemeente.
Het antwoord op de vraag: “In hoeverre bent u tevreden over het bestuur van uw gemeente?”.
zeer tevreden |
tevreden |
matig tevreden |
ontevreden |
zeer ontevreden |
|
---|---|---|---|---|---|
1986 |
2 |
39 |
46 |
9 |
3 |
1994 |
1 |
35 |
48 |
11 |
4 |
1998 |
2 |
35 |
40 |
29 |
4 |
2002 |
1 |
30 |
54 |
12 |
4 |
2006 |
2 |
33 |
44 |
10 |
3 |
Bron: SGBO, Gemeenteraadverkiezingen in zicht, 1982-2006, Den Haag, 2006.
Verder blijkt uit dit onderzoek dat de burger meent dat de gemeentelijke politiek niet van grote invloed is op het dagelijkse leven.
Invloed van gemeentelijke beslissingen op het dagelijks leven.
veel |
weinig |
helemaal geen |
totaal |
|
---|---|---|---|---|
1986 |
11 |
53 |
36 |
100 |
1994 |
20 |
57 |
23 |
100 |
1998 |
18 |
57 |
25 |
100 |
2002 |
18 |
71 |
12 |
101 |
2006 |
22 |
68 |
10 |
100 |
Bron: SGBO, Gemeenteraadverkiezingen in zicht, 1982-2006, Den Haag, 2006.
De interesse voor de lokale politiek is dan ook betrekkelijk gering, zie onderstaande tabel.
Mate van interesse in de lokale politiek
zeer |
tamelijk |
nauwelijks |
niet |
totaal |
|
---|---|---|---|---|---|
1982 |
11 |
35 |
33 |
22 |
101 |
1986 |
7 |
37 |
37 |
19 |
100 |
1990 |
9 |
35 |
37 |
19 |
100 |
1994 |
9 |
41 |
27 |
23 |
100 |
1998 |
11 |
50 |
19 |
20 |
100 |
2002 |
5 |
41 |
45 |
9 |
100 |
2006 |
7 |
42 |
41 |
9 |
99 |
Bron: SGBO, Gemeenteraadverkiezingen in zicht, 1982-2006, Den Haag, 2006.
Een vergelijking met de interesse voor de landelijke politiek verduidelijkt dit nog eens.
Belangstelling voor lokale en landelijke politiek: percentages zeer en tamelijk geïnteresseerd.
lokaal |
nationaal |
|
---|---|---|
1982 |
45 |
61 |
1986 |
44 |
64 |
1990 |
44 |
53 |
1994 |
50 |
61 |
1998 |
61 |
65 |
2002 |
47 |
62 |
2006 |
49 |
70 |
Bron: SGBO, Gemeenteraadverkiezingen in zicht, 1982-2006, Den Haag, 2006.
De Tweede-Kamerverkiezingen worden over het algemeen dan ook duidelijk belangrijker gevonden dan de gemeenteraadsverkiezingen: de opkomst voor de Kamerverkiezingen is altijd duidelijk hoger dan die voor de gemeenteraadsverkiezingen. Bij de stemkeuze voor de gemeenteraadsverkiezingen worden door de jaren heen landelijke overwegingen belangrijker gevonden dan lokale overwegingen, zie onderstaande tabel.
Het belang van lokale of landelijke overwegingen bij de stemkeuze voor de gemeenteraadsverkiezingen.
lokaal |
landelijk |
beide |
weet niet |
|
---|---|---|---|---|
1982 |
20 |
45 |
16 |
19 |
1986 |
28 |
52 |
15 |
16 |
1990 |
33 |
34 |
9 |
25 |
1994 |
31 |
45 |
14 |
11 |
1998 |
35 |
37 |
15 |
20 |
2002 |
29 |
38 |
20 |
14 |
2006 |
26 |
40 |
25 |
9 |
Zie verder over participatie:
- P. van Houwelingen, Burgermacht op eigen kracht? : een brede verkenning van ontwikkelingen in burgerparticipatie, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2014
- P.W. Tops, Moderne regenten; over lokale democratie, Amsterdam/Antwerpen, 1994
- P. Depla en J. Monasch, In de buurt van politiek, Amsterdam, 1994
- P.W. Tops en P. Depla, „Vernieuwing van de lokale democratie, een ordening van de discussie”,in: Acta Politica, 1993, nr. 3, pp. 327-362
- M. van Tilburg, Lokaal of nationaal?, het lokale karakter van de gemeenteraadsverkiezingen in Nederlandse gemeenten (1974-1990), Den Haag, 1993
- M.H. Leijenaar, „Lokale politiek”, in: J.W. van Deth (red.), Handboek politicologie, Assen, 1993, pp. 229-249
- S.A.J. Denters en H. van der Kolk, Leden van de raad, …, Delft, 1993
- W. Derksen, De gemeente als gemeenschap, Den Haag, 1992
- S.A.H. Denters en H.M. de Jong, Tussen burger en bestuur, een empirisch onderzoek naar de positie van het raadslid in de Overijsselse gemeenten, Enschedé, 1992
- P.W. Tops, S.A.H. Denters, P. Depla, J.W. van Deth, M.H. Leijenaar en B. Niemöller, Lokale democratie en bestuurlijke vernieuwing in Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Tilburg, Nijmegen en Zwolle, Delft, 1991
- J.J.A. Thomassen, „Politieke representatie”, in: J.J.A. Thomassen (red.), Hedendaagse democratie, Alphen aan den Rijn, 1991, pp. 165-186
- W. Derksen en A.F.A. Korsten (red.), Lokaal bestuur in Nederland, Alphen aan den Rijn, 1989
- Sociaal en Cultureel Planbureau, Gemeente, burger, klant, Den Haag, 1987
- E. Elzinga, Politieke participatie in Nederland, Amsterdam, 1985
- R.B. Andeweg, „De burger in de Nederlandse politiek”, in: R.B. Andeweg, A. Hoogerwerf en J.J.A. Thomassen (red.), Politiek in Nederland, 2e druk, Alphen aan den Rijn, 1985
- J.J. Thomassen, F. Heunks, J.W. van Deth en E. Elsinga, De verstomde revolutie, Alphen aan den Rijn, 1983
- A.F.A. Korsten, Het spraakmakende bestuur, Den Haag, 1979
- R.L. Morlan, Gemeentepolitiek in debat; opvattingen van burgers en bestuurders, Alphen aan den Rijn, 1974