Op 1 januari 1988 werd het Commissariaat voor de Media opgericht. Het is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) met eigenstandige taken en bevoegdheden. Hoewel het Commissariaat onafhankelijk van het ministerie van OCenW zijn besluiten neemt, is het verantwoording schuldig aan de minister.
Het Commissariaat ziet toe op de naleving van de Mediawet en de daarop gebaseerde regels. Dat toezicht gebeurt altijd achteraf; de omroepinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de vorm en inhoud van hun programma’s. Verder verdeelt het Commissariaat de middelen die het van de minister ontvangt over de diverse omroepvereningen (die voorheen het geld rechtstreeks van de minister ontvingen).
De handhaving van de Mediawet door het Commissariaat dient bij te dragen tot:
- onafhankelijkheid, kwaliteit en diversiteit van de maatschappelijke informatievoorziening, of het nu gaat om de publieke of om de commerciële omroep
- non-commercialiteit van de publieke omroep
- eerlijke verhoudingen tussen publieke en commerciële omroep.
Concreet heeft het Commissariaat voor wat betreft de omroep de volgende taken:
- toewijzen van zendtijd aan publieke omroepen (landelijk, regionaal, lokaal)
- toestemming verlenen aan commerciële omroepen
- toestemming verlenen voor evenementenzenders
- uitoefenen van financieel toezicht op de publieke omroepen
- toezicht houden op de neventaken en nevenactiviteiten van publieke omroepen
- toezicht houden op de naleving van reclame- en sponsorregels bij zowel publieke als commerciële omroepen
- toezicht houden op de naleving van formatverplichtingen door commerciële etheromroepen
- toetsen van gelieerdheid tussen commerciële radio-omroepen
- toezicht houden op de naleving van programmavoorschriften door publieke omroepen
- toezicht houden op de naleving van de programmaquota (verplichte percentages Europese, onafhankelijke, recente en Nederlands- of Friestalige programmaonderdelen)
- beslechten van geschillen tussen programmaraden, programma-aanbieders en kabelexploitanten met betrekking tot het wettelijk minimumpakket op de kabel
- adviseren over bestaand en toekomstig mediabeleid.
Om naleving van de regels te bevorderen, heeft het Commissariaat een aantal bevoegdheden. Zo kan het Commissariaat boetes opleggen of zelfs zendtijd verminderen of intrekken, dan wel een toestemming intrekken.
Voordat een omroepinstelling een boete krijgt opgelegd, stuurt het Commissariaat een sanctievoornemen. De omroepinstelling krijgt in een hoorzitting de gelegenheid haar visie op de zaak te geven. Als er een sanctiebeschikking volgt, kan de omroepinstelling een bezwaarschrift indienen bij het Commissariaat. Desgewenst kan de omroep daarna in beroep en hoger beroep gaan bij de administratieve rechter. Deze procedure geldt ook voor de besluiten waaraan geen boete is verbonden, zoals toewijzingen van zendtijd en beslissingen over de toelaatbaarheid van nevenactiviteiten.
Omroepinstellingen zijn verplicht het Commissariaat te voorzien van alle informatie die redelijkerwijs nodig is voor het vervullen van de toezichthoudende taak. Ook zijn zij verplicht opnamen van hun programma’s tot twee weken na de uitzending te bewaren.
Het Commissariaat bestaat uit een voorzitter en twee andere leden. Zij worden bij Koninklijk Besluit op voordracht van de minister van OCW benoemd en ontslagen. Een benoeming geschiedt voor de duur van vijf jaar, waarna herbenoeming slechts éénmaal mogelijk is. Bij de benoemingen wordt tegenwoordig veel minder dan in het verleden gelet op de politieke herkomst van de betrokkenen.
Sedert haar oprichting bestaat het Commissariaat uit drie leden. Zie tabel 6 voor de voorzitters.
Tabel 6. Voorzitters van het Commissariaat voor de Media
mr. A. Geurtsen |
1- 1-1988 |
– |
1- 4-1996 |
mw. mr. J. C. W. Bogaards |
1- 4-1996 |
– |
1- 9-1997 |
drs. H. Koetje |
1- 9-1997 |
– |
13-12-2000 |
prof. dr. J.J. van Cuilenborg |
1-10-2001 |
– |
1-10-2006 |
mw. mr. I. Brakman |
1-10-2006 |
– |
1-04-2009 |
Prof. dr. J.P. Bahlmann |
1-04-2009 |
– |