Op grond van een advies, uitgebracht door de commissie-Van Veen (1971) heeft de ministerraad bewindslieden belast met taken van coördinatie namens de ministerraad. Een inventarisatie in 1980 wees uit dat een dergelijke aanwijzing voor 69 terreinen had plaatsgevonden. Voor een lijst hiervan zie Commissie Hoofdstructuur Rijksdienst, Elk kent de laan die derwaarts gaat, bijlage 1, pp. 239-241, alsmede de bijlage bij de studie van Gerding en De Jong, genoemd in de vorige paragraaf. Het aantal coördinerende bewindslieden was in 1985 teruggebracht tot 15.
De commissie-Vonhoff deed in haar Eindadvies (1981) voorstellen voor een „opschoning” van de toen bestaande coördinatietaken, onder meer via het terugbrengen van het aantal onderraden tot vijf hoofdbeleidsgebieden (resp. bestuurlijke en juridische zaken, sociaal-economische zaken, ruimtelijke en milieuzaken, sociaal-culturele zaken en internationale veiligheidszaken), die onder toezicht zouden moeten komen van zogenaamde integrerende ministers. Zij bepleitte voorts de aanwijzing van projectministers voor een coördinerende taak: „die niet eenvoudig binnen één hoofdbeleidsgebied is onder te brengen, die nog geen geschikte wettelijke regeling heeft, of anderszins in normale (inter-)departementale procedures is ingebed (waardoor onduidelijkheden in de competenties bestaan) en die ingrijpend van aard en/of van politiek gewicht is”. (Eindadvies, bijlage 3, p. 34 e.v., zie voorts Eindadvies, pp. 8-15.)
Zie over het projectministerschap: M.J.M. van Twist, F.K.M. van Nispen en R.J. in ’t Veld, Een minister voor brandende kwesties: het projectministerschap- nieuwe stijl geconcretiseerd aan de hand van het asielbeleid, z.p., 1994.