Met het herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie in 1853 werden de voorwaarden geschapen voor katholieke zuilvorming. Toch duurde het tot omstreeks 1900 tot de katholieke zuil zich zichtbaar ging ontwikkelen. De partijvorming kwam nog veel later op gang. De Rooms-Katholieke Staatspartij ontstond in 1926. Hoewel ook de katholieken, net als de orthodox-protestanten, intern verdeeld waren, bleven zij toch een organisatorische eenheid door de sterke binding aan de kerk, de religieuze geslotenheid en de strakke hiërarchische opbouw van de zuil (Zie: hoofdstuk B0900 Kerk en religie in Nederland: het Nederlands katholicisme.
Zie verder:
- J.M.G. Thurlings, De Wankele Zuil. Nederlandse katholieken tussen assimilatie en pluralisme. Deventer, 1971 (tweede vermeerderde druk: Deventer, 1978)
- L.J. Rogier en N. de Rooy, In vrijheid herboren. Katholiek Nederland 1853-1953, ’s-Gravenhage, 1953.