De bij schaduwverkiezingen gebruikte vragenlijst bevat traditioneel naast de vraag naar het stemgedrag drie andere vragen. Een van deze vragen is gericht op het stemgedrag bij voorafgaande gelijksoortige verkiezingen. Bij schaduwverkiezingen voor de Tweede Kamer wordt gevraagd naar de partijkeuze bij de vorige tweede-kamerverkiezingen, bij schaduwverkiezingen voor het Europees Parlement wordt gevraagd naar het stemgedrag bij de vorige verkiezingen voor het Europees Parlement, etc. De derde te stellen vraag heeft gewoontegetrouw betrekking op de leeftijd van de kiezer, waarbij vijf categorieën worden gehanteerd: 18-24 jaar, 25-34 jaar, 35-49 jaar, 50-64 jaar, en 65 jaar of ouder. Bij een aantal onderzoeken had de vierde en laatste vraag betrekking op het geslacht van de respondent, maar in 1986 werd deze vraag vervangen door een vraag naar de geprefereerde regeringssamenstelling na de verkiezingen en in 1989 door een vraag naar de religieuze overtuiging van de ondervraagde. Zie voor de bij de tweede-kamerverkiezingen van 1989 gebruikte vragenlijst figuur 1.
Het opnemen van andere vragen (dan de enkele vraag naar het stemgedrag) maakt het mogelijk niet alleen de verkiezingsuitslag te voorspellen, maar biedt gelegenheid voor een vergelijking met de voorgaande verkiezingen evenals voor analyse van de relatie tussen de overige gegevens en de partijkeuze. Op basis van de via schaduwverkiezingen verkregen gegevens kon na de tweede-kamerverkiezingen van 6 september 1989 enig inzicht worden verschaft in: de partijkeuze van de kiezers per leeftijdsgroep;
- de samenstelling van de kiezers naar leeftijd per partij
- de gekozen partij naar godsdienst en gezindte
- de samenstelling van de kiezers naar godsdienst of gezindte per partij
- de verdeling hoe de nieuwe aanhang van de verschillende partijen had gestemd voor de tweede-kamerverkiezingen in mei 1986
- het stemgedrag van de “oude” aanhang van de diverse partijen voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer in mei 1986
- de winst en het verlies van de verschillende partijen aan elkaar; de winst- en verliesverdeling van het C DA, de PvdA, de VVD, D66, Groen Links en SGP/GPV/RPF.
De beschikbaarheid van dergelijke gegevens en de mogelijkheid van het leggen van verbanden voegt. een extra element toe aan de bespreking van de verkiezingsresultaten. De door de schaduwverkiezingen verkregen gegevens hebben immers niet alleen een zekere amusementswaarde, maar vervullen tevens een meer praktische rol. Of het nu om journalisten of politici gaat, commentatoren hebben veelal de neiging om hun eigen meningen over het gedrag van de kiezers te ventileren. Met name politici zijn immer bereid en in staat de resultaten op de een of andere wijze in hun eigen voordeel te interpreteren. Door de gegevens van de schaduwverkiezingen, en dan vooral de gegevens die betrekking hebben op de electorale winst- en verliesstromen van de partijen, worden grenzen gesteld aan de vrije en vrijblijvende speculatiedrang en wordt de discussie over het verkiezingsresultaat in nauwere banen geleid.