Uiteraard moeten de verschillende actoren die deel uitmaken van een sociale beweging, een gemeenschappelijke doelstelling c.q. waarde hebben, maar hiervoor is er al op gewezen dat dit gemeenschappelijke doel in de regel vaag en globaal is en dat de meningen verschillen over de concretisering van het doel. Zo kunnen doelen en eisen meer of minder concreet en specifiek zijn en meer of minder radicaal. Doeleinden en eisen zijn radicaler naarmate zij meer afwijken van de bestaande situatie en van het gevoerde politieke beleid. Zo is een eis tot sluiting van een bedrijf radicaler dan de eis tot beperking van de uitstoot van stoffen en de hinder door een bedrijf.
Vaak zijn de doelen en eisen van een sociale bewegingsorganisatie gefundeerd in wat men een ideologie zou kunnen noemen, waaronder De Jager en Mok verstaan een „… geheel van opvattingen en overtuigingen dat aan het streven van een groepering zin geeft en het tevens rechtvaardigt, en dat voor de aanhangers ervan boven iedere twijfel verheven is”.
Zie hiervoor: H. de Jager en A.L. Mok, Grondbeginselen der sociologie. Gezichtspunten en begrippen, Houten, 1994, tiende druk.
Bij sociale bewegingen komt men aan de ene kant algemene ideologieën tegen die ook bij bijvoorbeeld politieke partijen aan te treffen zijn, te weten anarchistische, marxistische, christenradicale, sociaal-democratische, christendemocratische en liberale ideologieën. Anderzijds zijn er ook ideologieën die min of meer met een bepaalde sociale beweging verbonden zijn, zoals ecologische, feministische en pacifistische ideologieën.