Tegen de achtergrond van het Indonesiëconflict zette Nederland zich er in 1950 voor in de positie van Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN (UN High Commissioner for Refugees, UNHCR) binnen te krijgen. Kandidaat voor deze nieuwe functie was de journalist en politicus G.J. van Heuven Goedhart, die bij de VN al enkele functies had vervuld zoals deskundige op het terrein van informatievrijheid en delegatielid van Nederland naar de Algemene Vergadering in 1949 en 1950. In december 1950 versloeg hij zijn Amerikaanse rivaal D. Kingsley. Deze was directeur-generaal van de in 1947 ter vervanging van de uit de oorlog daterende UNRRA opgerichte Internationale Vluchtelingenorganisatie. Dat in 1950 alweer een nieuwe structuur werd geschapen, had te maken met het feit dat de terugkeer van oorlogsslachtoffers niet meer het hoofdprobleem was maar dat regeringen verantwoordelijkheid moesten nemen om nieuwe vluchtelingenstromen, zoals uit Oost-Europa maar ook elders, op te lossen. Hiervoor kwam in 1951 het zogeheten Vluchtelingenverdrag van Genève tot stand, waarin het begrip vluchteling werd omschreven. Van Heuven Goedhart had in de totstandkoming een belangrijke rol en bleek in staat de nodige financiën voor de opvang van vluchtelingenstromen los te praten. Daarbij benutte hij de pers en de media (radio, tv, filmjournaals), zodat hij wereldwijd bekendheid verwierf. Het passeren van de Amerikaanse kandidaat en zijn standpunt dat hij er niet alleen voor de Oost-Europese maar voor alle vluchtelingen was, leidden ertoe dat de VS de financiële steun beperkt hield. Pas in 1954 legde de Amerikaanse regering zijn herhaald verzoek om een bijdrage aan het Noodfonds van de UNHCR voor aan het Congres. In dat jaar kreeg de organisatie van de UNHCR de Nobelprijs voor de vrede. Aan Van Heuven Goedharts werkzaamheden kwam een eind door zijn plotselinge dood in 1956. In 1953 was hij ondanks verzet van de Sovjet-Unie herbenoemd.
Zie voor G.J. van Heuven Goedhart:
- G. Loescher, The UNHCR and World Politics, Oxford, 2001, hoofdstuk 3
- C. van Os, Van Heuven Goedhart 1901-1956. “Het moet en het kan!”, Den Haag, 1998.