In de praktijk blijkt de dualisering op provinciaal niveau een moeizaam proces, net als bij de gemeenten trouwens. Eind 2005 verschijnt de eerste officiële evaluatie van een door het ministerie van BZK ingestelde commissie, onder voorzitterschap van oud-Commissaris van de Koningin Loek Hermans. De commissie heeft een rondgang gemaakt langs alle twaalf provincies om de invoering van de dualisering van nabij te bekijken. Onder de titel Zonder wrijving geen glans schetst de commissie-Hermans een beeld van forse invoeringskosten, een sterke interne gerichtheid, veel procedurele discussies en conflicten over de nieuwe verhoudingen tussen het College van Gedeputeerde Staten en de Provinciale Staten. Het onderzoek laat zien dat de dualisering tot nu toe nog nauwelijks heeft bijgedragen aan de kwaliteitsverbetering van het politieke debat in de provincies. In enkele provincies vinden de betrokkenen zelfs dat de kwaliteit van de besluitvorming is afgenomen: de besluitvorming is trager geworden en de hoeveelheid papier lijkt te zijn toegenomen. De herkenbaarheid is niet versterkt, de burger is nog steeds niet geïnteresseerd. Veel wrijving en weinig glans dus, tot nu toe.
Zie gedetailleerder: K. Peters, Het opgeblazen bestuur. Een kritische kijk op de provincie, Amsterdam: Boom, 2007.
Zie voorts: Commissie Evaluatie Provinciale Dualisering (Commissie Hermans), Zonder wrijving geen glans, Den Haag, 2005.
Eind 2008 zond de staatssecretaris van BZK de Staat van de Dualisering naar de Kamer: een beeld van de stand van zaken van het dualiseringsproces. Zie: Bijlage 30902, Handelingen Tweede Kamer, 2008-2009, nr. 15.