Zoals hiervoor reeds aangegeven vormt de Grondwet een speciale wet in formele zin. Dit heeft tot consequentie dat bij wijziging van de Grondwet in principe dezelfde procedure gevolgd moet worden als bij de totstandkoming van een wet in formele zin. Er gelden evenwel enkele aanvullende eisen. De eerste twee leden van artikel 137 van de Grondwet stellen:
„1. De wet verklaart, dat een verandering in de Grondwet, zoals zij die voorstelt, in overweging zal worden genomen.”
„2. Na de bekendmaking van de wet, bedoeld in het eerste lid, wordt de Tweede Kamer ontbonden.”
Artikel 137 heeft betrekking op de zogenaamde eerste lezing. Een voorstel tot wijziging van de Grondwet moet volgens de normale procedure die geldt voor wetten in formele zin tot stand worden gebracht. Vervolgens moet de Tweede Kamer worden ontbonden. Daarna volgt de zogenaamde tweede lezing, waarbij opnieuw de procedure van een wet in formele zin moet worden gevolgd. Anders dan bij de eerste lezing dienen beide kamers van de Staten-Generaal de wet in tweede lezing met tweederde meerderheid aan te nemen (artikel 138 Grondwet). De ontbinding van de Tweede Kamer, na de eerste lezing, is opgenomen om de kiezer de mogelijkheid te geven zich uit te spreken over de voorgenomen wijziging van de Grondwet.