De structuur van bureaucratische organisaties wordt gekenmerkt door hiërarchie, centralisatie, specialisatie, formalisatie en standaardisatie. Bureaucratisering in de westerse wereld heeft haar wortels in de hoge Middeleeuwen. De kenmerken van bureaucratische organisatie zijn geleidelijk tot ontwikkeling gekomen, waarbij het in retrospectief erop lijkt dat bureaucratisering steeds “sneller” is gegaan. Het proces van bureaucratisering is te duiden als een voortdurend streven naar betere beheersing van werkprocessen. Deze werkprocessen betreffen zowel maatregelen die de organisatie zelf gaande houden (bijvoorbeeld ten aanzien van taakverdeling, competentie-afbakening, hiërarchie, interne beheersafdelingen, rekrutering van deskundig personeel enz.) als maatregelen die het voortbestaan van de organisatie legitimeren (bijvoorbeeld de omvang en de kwaliteit van geleverde diensten, de snelheid waarmee diensten kunnen worden aangeboden, de zoveel mogelijk gelijkwaardige behandeling van burgers en dergelijke). Om interne en externe werkprocessen goed te laten verlopen zijn op schrift gestelde werk- en handelingsafspraken, gestructureerde informatie-opslag en gestructureerde informatie-uitwisseling onontbeerlijk. Bureaucratisering is derhalve ook te duiden als voortgaande standaardisatie van werkprocessen. De belangrijkste consequentie van verschriftelijking en gestructureerde informatie-opslag en -uitwisseling is dat overheid, burger en maatschappij “transparanter” worden, doch dat fenomeen is niet alleen van onze tijd.
Informatieverwerking en -voorziening
Laatst bijgewerkt 1 juni 1995