Dit hoofdstuk bespreekt de politieke participatie van vrouwen in de formele politieke organen.
Het begint met de strijd om het kiesrecht voor vrouwen in het begin van de 20ste eeuw en het stemgedrag van vrouwen. Stemmen is niet de enige vorm waardoor vrouwen hun politieke invloed kunnen laten gelden. In hoeverre vrouwen actief meedoen aan de politieke besluitvorming, als burger, als bestuurder van een maatschappelijke organisatie, als lid van een politieke partij, als vertegenwoordiger in een politiek orgaan of als benoemde politiek functionaris, zal blijken uit de volgende paragrafen. Ook komt aan de orde het overheidsbeleid dat inzake vrouwen in politieke functies en in het openbaar bestuur is geformuleerd en uitgevoerd.
Daar waar relevant wordt een vergelijking getrokken met de participatie van vrouwen in de andere landen van de Europese Unie.
Meer recente overzichtsartikelen over de literatuur op het terrein vrouwen en politiek in Nederland zijn:
- J. Outshoorn, „Vrouwen en Politiek”, in: J.W. van Deth (red.) Handboek Politicologie, Van Gorcum, Assen, 1993, pp. 356-380
- M.Leijenaar, „Vrouwen en Politiek”, in: J.W. van Deth en J.C.P.M. Vis (red.), Burger en Politiek,Stenfert Kroese, Leiden, 1992, pp. 125-142
- J. Outshoorn, „Women and Politics in the Netherlands: a review of the literature”, in Eusropean Journal of Political Research, 21, Kluwer, 1992, pp. 453-467
- M. Leijenaar, „Onderzoek naar politiek gedrag van vrouwen”, in Acta Politica, 3, 1990, pp. 303-325.
Voor recente cijfers over vrouwen in politiek en openbaar bestuur, waaronder de Tweede en Eerste Kamer, vanaf 1993, zie: Ministerie van Binnenlandse Zaken, Voortgangsrapportage Vrouwen in Politiek en Openbaar Bestuur, jaarlijks gepubliceerd sinds 1993.