beëdigd |
22-02-2007 |
---|---|
ontslag aangeboden |
20-02-2010 |
reden aftreden |
De PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
afgetreden |
14-10-2010 |
zittingsduur kabinet |
1330 |
Formatie |
|
|
|
---|---|---|---|
25-11-2006: |
Mr. R.J. Hoekstra |
informateur |
CDA |
20-12-2006: |
Dr. H.H.F. Wijffels |
informateur |
CDA |
09-02-2007: |
Mr. dr. J.P. Balkenende |
formateur |
CDA |
duur formatie: |
89 dagen |
|
|
(zie hieronder voor bijzonderheden over deze kabinetsformatie)
Samenstelling kabinet |
|
---|---|
ministers: |
8 CDA, 6 PvdA, 2 CU; na aftreden PvdA-ministers: 9 CDA, 3 CU |
staatssecretarissen: |
4 CDA, 6 PvdA, 1 CU; na aftreden PvdA-staatssecretarissen; 3 CDA |
Ministers |
|
|
---|---|---|
MP |
Mr. Dr. J.P. Balkenende |
CDA |
1e Vice-MP |
Drs. W.J. Bos (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA |
2e Vice-MP |
Mr. A. Rouvoet |
CU |
AZ |
Mr. Dr. J.P. Balkenende (zie MP) |
CDA |
BtZ |
Drs. M.J.M. Verhagen |
CDA |
J |
Dr. E.H.M. Hirsch Ballin |
CDA |
BZK |
mevr. Dr. G. Ter Horst (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: De PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. Dr. E.H.M. Hirsch Ballin (23-2-2010 – ) |
PvdA
CDA |
OCW |
Dr. R.H.A. Plasterk (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. Mr. A. Rouvoet (23-2-2010 – ) |
PvdA
CU |
Fin |
Drs. W.J. Bos (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. Mr. drs. J.C. de Jager (23-2-2010 – 14-10-2010) |
PvdA
CDA |
D |
E. van Middelkoop |
CU |
VROM |
mevr. Dr. J.M. Cramer (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. J.C. Huizinga-Heringa (23-2-2010 – 14-10-2010) |
PvdA
CU |
VW |
Ir. C.M.P.S. Eurlings |
CDA |
EcZ |
mevr. M.J.A. van der Hoeven |
CDA |
LNV |
mevr. G. Verburg |
CDA |
SZW |
Mr. J.P.H. Donner |
CDA |
VWS |
Dr. A. Klink |
CDA |
ZP |
mevr. Drs. C.P. Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) (22-2-2007 – 13-11-2008) Reden aftreden: de partijleiding van de PvdA zegde het vertrouwen in haar op. Mr. E.E. van der Laan, PvdA (14-11-2008 – 23-2-2010) Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. E. van Middelkoop (23-2-2010 – 14-10-2010) |
PvdA PvdA CU |
ZP |
Drs. A.G. Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA |
ZP |
Mr. A. Rouvoet (Jeugd en Gezin) |
CU |
Staatssecretarissen |
|
|
---|---|---|
BtZ |
Drs. F.C.G.M. Timmermans (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA |
J |
mevr. Mr. N. Albayrak (22-2-2007 – 23-2-2010)Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA |
BZK |
Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten |
CDA |
D |
C. van der Knaap (22-2-2007 – 18-12-2007) Reden aftreden: benoeming tot burgemeester van Ede Drs. J.G. de Vries (18-12-2007 -14-05-2010) Reden aftreden: problemen in de relationele sfeer. |
CDA CDA |
Fin |
Mr. drs. J.C. de Jager (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden afteden: benoeming tot Minister van Financiën |
CDA |
VW |
J.C. Huizinga-Heringa (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden aftreden: benoeming tot Minister van VROM |
CU |
EcZ |
Drs. F. Heemskerk (22-2-2007 – 23-2-2010)Reden aftreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA |
SZW |
Ing. A. Aboutaleb (22-2-2007 – 12-12-2008) Reden aftreden: benoeming tot burgemeester van Rotterdam mevr. Drs. J. Klijnsma (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden afreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA
PvdA |
VWS |
mevr. Dr. M. Bussemaker (22-2-2007 – 23-2-2010) Reden afreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA |
OCW |
mevr. S.A.M. Dijksma (22-2-2007 – 23-2-2010)Reden afreden: de PvdA-bewindslieden traden af nadat het kabinet geen negatief antwoord wilde geven op een verzoek van de NAVO voor verdere militaire activiteiten in de Afghaanse provincie Uruzgan. |
PvdA |
OCW |
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart |
CDA |
Aantal zetels van de regeringspartijen in de Tweede Kamer: 80 (53,3%), na aftreden van de PvdA-bewindslieden op 23 februari 2010: 47 (31,3%), na de verkiezingen van 9 juni 2010: 26 (17,3%)
De formatie van het kabinet-Balkenende IV
Na de Tweede-Kamerverkiezingen van 22 november 2006 ontving de Koningin op 23 en 24 november 2006 de fractievoorzitters van de partijen die in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren.
Mede op grond van deze adviezen benoemde de Koningin op 25 november Mr. R.J. Hoekstra, lid van het CDA, tot informateur. Hij diende “op korte termijn te onderzoeken welke mogelijkheden op basis van de verkiezingsuitslag aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal. Het onderzoek in deze verkennende fase betreft de bereidheid om aan dat kabinet deel te nemen, de onderwerpen waarover tevoren duidelijkheid zou moeten bestaan en de wijze waarop die duidelijkheid in een volgende fase kan worden verkregen”.
In eerste instantie – vanaf 4 december – onderzocht informateur Hoekstra de combinatie CDA-PvdA-SP. Op 11 december concludeerde Hoekstra dat er onvoldoende perspectief en vertrouwen bestond voor samenwerking tussen CDA en SP in een stabiele regeringscoalitie: de inhoudelijke verschillen van mening tussen beide partijen waren talrijk, zwaar, en op onderdelen fundamenteel van aard. Volgens de informateur werd zijn conclusie gedeeld door de fractievoorzitters van CDA en SP. De fractievoorzitter van de PvdA achtte kans op succes van inhoudelijke onderhandelingen tussen CDA en SP wel denkbaar.
Na een nieuwe ronde van gesprekken met de fractievoorzitters in de Tweede Kamer op 12 en 13 december richtte de informateur zich op het onderzoeken van de mogelijkheid van een coalitie van CDA, PvdA en CU. Op 18 december bracht de informateur eindverslag aan de Koningin uit. Hij adviseerde dr. H.H.F. Wijffels (CDA) te benoemen tot informateur om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van de spoedige totstandkoming van een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie. Op 20 december werd de heer Wijffels benoemd. Zijn opdracht luidde:”een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van de spoedige totstandkoming van een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie”.
Op 6 februari 2007 sloten deze partijen het coalitieakkoord “Samen werken, samen leven”. Na een kort debat in de Tweede Kamer op 8 februari bood informateur Wijffels op 9 februari zijn eindverslag aan koningin Beatrix aan. Daarin adviseerde hij CDA-fractievoorzitter Balkenende te benoemen tot formateur van een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie. Diezelfde dag werd mr.dr. J.P. Balkenende benoemd tot formateur met als opdracht het op de kortst mogelijke termijn vormen van een kabinet bestaande uit CDA, PvdA en ChristenUnie’.
Het kabinet-Balkenende IV werd op 22 februari 2007 door de Koningin beedigd.
Zie voor de officiële stukken (adviezen fractievoorzitters, (in)formatieopdrachten e.d.) bij deze kabinetsformatie:
-
Bijlage 30891, Handelingen Tweede Kamer, 2006-2007, Kabinetsformatie 2006, nrs. 1 e.v.