beëdigd: |
18-3-1858 |
ontslag aangeboden: |
14-2-1860 Reden aftreden: Wetsontwerp. krachtens welk, enige concessies tot het aanleggen van spoorwegen zouden worden verleend, verworpen door de Eerste Kamer. die niet tevreden was met de wijze waarop de regering aan dit concessiestelsel toepassing wilde geven. |
afgetreden: |
23-2-1860 |
zittingsduur kabinet: |
707 dagen |
Ministers |
|
BtZ |
Mr. J. K. baron van Goltstein |
J |
Mr. C. H. B. Boot |
BnZ |
Jhr. mr. J. G. H. van Tets van Goudriaan |
M |
Mr. J. S. Lotsy |
F |
Mr. P. P. van Bosse |
O |
C. T. van Meurs (18-3-1858 – 1-9-1859) Reden aftreden: Aanneming door de Tweede Kamer van een motie betreffende het naar huis zenden van miliciens van de lichtingen van 18-4r6 en 1857 |
Jhr. E. A. 0. de Casembroot (1-9- t 859 – 23-2-1860) |
|
K |
J. J. Rochussen |
HE |
Dr. J. Bosscha (18-3-1858 – 23-2-1860) |
RKE |
Mr. J. W. van Romunde |