beëdigd: |
31-1-1862 |
ontslag aangeboden: |
24-1-1866 Reden aftreden: verschil van mening in het kabinet over de vaststelling van het Wetboek van Strafrecht voor Europeanen in Nederlands-Indië bij wet, zoals Thorbecke het wilde, of bij Koninklijk Besluit, zoals Fransen van de Putte het wilde. De meerderheid van de ministerraad gaf gelijk aan Fransen van de Putte. Daarop vroegen Thorbecke en Olivier ontslag. |
afgetreden: |
10-2-1866 |
zittingsduur kabinet: |
1471 dagen |
Ministers |
|
BtZ |
Mr. A. J. L. baron Stratenus (t.w.) (31-1-1862 – 12-3-1862) |
Jhr. mr. P. van der Maesen de Sombreff (12-3-1862 – 2-1-1864) Reden aftreden: verwerping van de begroting door de Eerste Kamer. |
|
W. J. C. ridder Huijssen van Kattendijke (t.) (2-1-1864 ~ 15-3-1864) |
|
Mr. E. J. J. B. Cremers (15-3-1864 – 10-2-1866) |
|
J |
Mr. N. Olivier |
BnZ |
Dr. Mr. J. R. Thorbecke |
M |
W. J. C. ridder Huijssen van Kattendijke (31-1-1862 – 6-2-1866) (zie BtZ) Reden aftreden: overleden. |
J. W. Blanken .(a.i.) (5-2-1866 – 10-2-1866) |
|
F |
G. H. Betz (31-1-1862 – 27-11-1865) Reden aftreden: Openbaarmaking van een vertrouwelijk- schrijven aan Van der Maesen Sombreff |
Mr. N. Olivier (t.) (27-11-1865 – 10-2-1866) (zie 3) |
|
O |
J. W. Blanken (zie M) |
K |
G. H. Uhlenbeck (31-1-1862 – 3-1-1863) Reden aftreden: verwerping van de begroting door de Eerste Kamer. |
G. H. Betz (a.i.) (3-1-1863 – 2-2-1863) (zie F) |
|
D. Fransen van de Putte (2-2-1863 – 10-2-1866)
|
|
HE |
Mr. Dr. J. A. Jolles (31-1-1862 – 1-7-1862) Reden aftreden: opheffing van het departement. |
RKE |
Mr. K. A. Meeussen (31-1-1862 – 1-7-1862) Reden aftreden: opheffing van het departement. |