beëdigd: |
19-4-1853 |
---|---|
ontslag aangeboden: |
13-6-1856 Reden aftreden: Moeilijkheden in verband met de oplossing van het onderwijsvraagstuk. Nadat het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer over het ontwerp-Lager onderwijswet was verschenen, wilde de regering antwoorden met een Memorie van Antwoord, waarin naar de mening van de Koning melde klachten van de aanhangers van Groen van Prinsterer te weinig rekening werdgehouden. Toen de Koning het verschijnen van de Memorie van Antwoord tegenhield vroeg het ministerie ontslag. |
afgetreden: |
1-7-1856 |
zittingsduur kabinet: |
1169 dagen |
Ministers |
|
---|---|
BtZ |
Mr. F. A. baron van Hall |
J |
Mr. D. Donker Curtius |
BnZ |
Mr. G. C. J. van Reenen |
M |
J. Enslie (19-4-1853 – 16-12-1854) Reden aftreden: Verwerping door de Tweede Kamer van de begroting, en daarnaast de situatie van verval bij de marine. H. F. C. baron Forstner van Dambenoy (t.w.) (16-12-1854 – 8-2-1855) A. J. de Smit van den Broecke (8-2-1855 – 1-7-1856) |
F |
E. C. U. van Doorn (19-4-1853 – 5-1-1854) Reden aftreden: Voorstel van 9 leden der Tweede Kamer tot afschaffing van het tonnengelden van de accijns op het geslacht. Mr. F. A. baron van Hall (t.w.) (5-1-1854 – 31-3-1854) (zie BtZ) Dr. A. Vrolik (31-3-1854 – 1-7-1856) |
0 |
H. F. C. baron Forstner van Dambenov (zie M) |
K |
C. F. Pahud (19-4-1853 – 31-12-1855) Reden aftreden: Benoeming tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Mr. P. Mijer (1-1-1856 – 1-7-1856) |
HE |
E. C. U. van Doorn (voort.) (19-4-1853 – 5-1-1854) (zie F) idem (t.w.) (5-1-1854 – 20-1-1854) (zie F) Mr. A. G. A. ridder van Rappard (20-1-1854 – 1-7-1856) |
RKE |
Mr. L. A. Lightenvelt (19-4-1853 – 31-12-1853) Reden aftreden: Benoeming tot gezant te Parijs. Mr. J. A. Mutsaers (31-12-1853 – 1-7-1856) |