In het voorafgaande is duidelijk geworden dat de in werkelijkheid gepleegde criminaliteit een veelvoud is van de criminaliteit die ter kennis van de politie is gekomen en door haar geregistreerd. De resultaten van slachtofferenquêtes laten geen andere conclusie toe. Deze conclusie dringt zich ook op naar aanleiding van de resultaten van de self report-enquêtes onder jeugdigen. Men zou deze constatering verontrustend kunnen noemen. Men dient evenwel te bedenken dat de criminaliteit die aan de aandacht van de politie ontsnapt doorgaans minder ernstig is. Voorts slagen burgers er kennelijk in hun onderlinge conflicten ook zonder tussenkomst van de politie te regelen. De samenleving kan blijkbaar nogal wat criminaliteit verdragen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat elk slachtoffer van criminaliteit er één te veel is.
Zie verder over aard en omvang van de criminaliteit:
- Sociaal en Cultureel Planbureau, Sociale en culturele verkenningen, Rijswijk/Den Haag, 1999, p. 199-218
- M.M. Schreuders, F.W.M. Huls, W.M. Garnier en K.E. Swierstra, red., Criminaliteit en rechtshandhaving 1999; ontwikkelingen en samenhangen, Den Haag, 1999
- Politiemonitor Bevolking 1999, Meting 1999; tabellenrapport, Ministerie van Justitie/Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag/Hilversum, 1999
- Politiemonitor Bevolking 1999, Meting 1999; landelijke rapportage, Ministerie van Justitie/Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag/Hilversum, 1999
- E. Lissenberg, S. van Ruller en R. van Swaaningen, red., Tegen de regels III. Een inleiding in de criminologie, Nijmegen, 1999, p. 21-53, (hoofdstuk 2 en 3)
- Sociaal en Cultureel Planbureau, Sociaal en cultureel rapport 1998, Rijswijk/Den Haag, 1998
- J.J.M. van Dijk, H.I. Sagel-Grande en L. G. Toornvliet, Actuele criminologie, Lelystad, 1998, 3e druk, p. 23-54 (hoofdstuk 2).