Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) publiceert iedere vijf jaar de Nationale Energie Verkenningen (NEV). In 1998 verscheen: Energieonderzoek Centrum Nederland, Nationale Energie Verkenningen 1995-2020. Trends en thema’s, 1998.
De verkenning biedt een nadere uitwerking van de energieproblematiek uit de drie door het Centraal Planbureau in de studie „Economie en fysieke omgeving” geschetste omgevingsscenario’s (zie paragraaf 3). In aanvulling hierop worden de belangrijkste beleidsvarianten voor het stimuleren van de energie-efficiëntie en duurzame energie onderzocht, zoals liberalisatie van de energiemarkten, dematerialisatie in de energie-intensieve industrie, de energie-infrastructuur op nieuwe bouwlocaties, duurzame energie-alternatieven. Tenslotte wordt een doorkijk geboden op de periode voorbij 2020, om na te gaan of de bevindingen daarvan nopen tot anticiperend beleid.
Zoals gezegd, wordt in deze NEV uitwerking gegeven aan de drie scenario’s Divided Europe (DE), European Coordination (EC) en Global Competition (GC) van het CPB. In DE beperken nationale belangen de economische groei binnen Europa. In EC komt de Europese integratie goed op gang wat tot een sterke economische groei leidt en tot een Europees milieu- en energiebeleid. In GC vallen belemmeringen in de wereldhandel weg; dit leidt tot een felle concurrentie en een hoge economische groei. In alle drie scenario’s wordt uitgegaan van het per begin 1997 bestaande beleid. Mede als gevolg hiervan is er sprake van een verbetering van de energie-efficiëntie, variërend van jaarlijks 1% in het scenario met lage groei, tot 1,5-1,6% in de andere scenario’s. Deze besparingscijfers zijn inclusief dematerialisatie via recycling, en dergelijke. Ondanks dat in de hoge groei-scenario’s de ten taak gestelde besparingscijfers uit de Derde Energienota gehaald worden, neemt het Nederlandse energieverbruik fors toe, met respectievelijk 1,0% (EC) en 1,4% (GC). Dit komt doordat de economische groei hoger is dan in de nota is voorzien. In DE blijft de toename beperkt tot 0,3% per jaar. Voor het GC-scenario zijn de effecten doorgerekend van een aantal extra beleidsmaatregelen gericht op vermindering van het energiegebruik en uitstoot van broeikasgassen, en voor stimulering van duurzame bronnen. Geen van de onderzochte alternatieven is echter toereikend om een daling te bewerkstelligen van verbruik en CO2 uitstoot ten opzichte van het huidige niveau. Vervolgens is nagegaan door welk pakket aan maatregelen de Kyoto-doelstelling (10% vermindering in 2010 van CO2-emissie ten opzichte van 1990) wel zou kunnen worden bereikt. Technische belemmeringen zijn er niet, maar duidelijk wordt gemaakt dat wel zeer ingrijpende en ook kostbare maatregelen nodig zijn. Dit beleid vergt een Europese inbedding (met name op het gebied van heffingen en normen voor auto’s en apparaten), en bijvoorbeeld ook de inzet van zogenaamde „backstop” technologieën, zoals import van biomassa en CO2-verwijdering en -opslag.