Sinds 1976 houdt de griffie een openbaar register van de nevenfuncties van leden van de Tweede Kamer bij. Vooral kamervoorzitter A. Vondeling had al jaren gepleit voor openbaarheid van nevenfuncties om een publieke controle op eventuele particuliere loyaliteiten van kamerleden mogelijk te maken.
Van de leden werd verwacht dat zij zelf hun betaalde en onbetaalde nevenfuncties melden. De griffie vroeg jaarlijks in december aan de fractiesecretariaten om een totaalopgave. Het overzicht werd een maand later in de Staatscourant gepubliceerd.
In 1996-1997 heeft de kamer genoemde interne regeling bevestigd in een debat over eventuele verdergaande regeling van nevenfuncties, naar aanleiding van enkele brieven die VVD-fractieleider Bolkestein in zijn hoedanigheid van commissaris van het farmaceutisch bedrijf MSD aan minister Borst van Volksgezondheid had gestuurd. De kamer zag er daarbij van af om extra regels in een zogenaamde gedragscode op te nemen.
In 1984 had de kamer tevens besloten de buitenlandse reizen, die kamerleden geheel of ten dele op kosten van derden maken, te registreren. Ook dit register was voor iedereen ter inzage.
In april 2003 heeft de kamer alsnog bovenstaande regeling in haar reglement van orde vastgelegd, zodat de leden sindsdien verplicht zijn hun betaalde en onbetaalde nevenfuncties alsmede hun geheel of gedeeltelijk door derden betaalde buitenlandse reizen te melden. Zie: Bijlage 28.633, Handelingen Tweede Kamer, 2002-2003.
Sinds 2011 publiceert de Tweede Kamer op haar website de nevenfuncties van de Kamerleden, een geschenkenregister en een reizenregister.
Zie in het algemeen: A. Vondeling, Schijn des kwaads; bespiegelingen over gedragsregels voor politici, ’s-Gravenhage, 1978.