Met de verbetering van de administratieve organisatie binnen de rijksoverheid is een voedingsbodem gelegd voor verdergaande verbeteringen. De operatie Comptabel Bestel was vooral gericht op de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de financiële verantwoording. De rechtmatigheid stond hierin het meest centraal.
In de begin jaren negentig is op de positieve ontwikkelingen van operatie Comptabel Bestel voortgebouwd in de richting van meer efficiency en effectiviteit van het overheidshandelen. Het rapport “Verder bouwen aan Beheer” is een belangrijk produkt in het streven naar een meer flexibele en efficiënte rijksdienst. Het rapport is op hoofdlijnen reeds besproken in paragraaf 3.
Daarnaast is er een algemeen streven de beslissingen zo laag mogelijk in de lijn te laten nemen. Uitvoerende diensten moeten zoveel mogelijk zelf kunnen beslissen hoe de beschikbare middelen worden aangewend. Dit leidt tot een groter kostenbewustzijn en draagt bij tot een betere prioriteitsstelling op het niveau waar het beste zicht is op de te verrichten of niet te verrichten activiteiten en de gevolgen daarvan. Een verdere decentralisatie/delegatie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden past bij dit streven. Het is een decentralisatie van zowel de lusten als de lasten. De lusten zijn zelfstandige beslissingen over de inzet van mensen en middelen. De lasten zijn de verantwoordingsrapportages over de inzet en de bereikte resultaten. De decentralisatie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden naar het laagst mogelijke niveau wordt vaak ingekleed in een aangepast bestuurlijk concept. Een voorbeeld daarvan is een planning- en controlcyclus. Deze cyclus begint meestal met een bedrijfsplan, waarin behalve de missie (een soort permanente strategische doelstelling) ook de te bereiken operationele doelstellingen dan wel resultaten van een departementsonderdeel voor de komende periode en de middelen die voor het bereiken van die doelstellingen/resultaten ter beschikking staan, worden vermeld. Binnen de kaders uit het bedrijfsplan kan het afzonderlijke dienstonderdeel aan het werk (meestal op basis van jaarplannen). Op basis van de verantwoordingen van zo’n dienstonderdeel wordt de planning- en controlcyclus afgesloten met een soort jaarverslag. Een belangrijk aspect van een planning- en controlcyclus is dat gestuurd wordt op output (het bereiken van doelstellingen/realiseren van produkten). Een dergelijke planning- en controlcyclus kan eventueel nog worden uitgebreid met managementcontracten, bijvoorbeeld tussen de minister en de manager van zo’n uitvoerende departementale dienst (of tussen een directeur-generaal en zijn uitvoerende directeuren). Een dergelijk managementcontract bevat dan kort en bondig de belangrijkste resultaten die de manager in elk geval het komende jaar zal realiseren en de middelen die de manager hiervoor krijgt. Het zetten van beide handtekeningen onder het contract verzakelijkt de planning- en controlcyclus. Er kunnen zelfs afspraken worden gemaakt over de sancties die zullen volgen wanneer de afspraken niet worden gehaald en de beloningen die volgen als de afspraken wel worden gehaald.