Ondersteuning fracties en Kamerleden

De fracties in de Tweede Kamer krijgen sinds 1964 een tegemoetkoming in de kosten voor de meest noodzakelijke personele en materiële ondersteuning. Deze fractiebijstand is wat de hoogte per fractie betreft afhankelijk van het aantal leden dat een fractie telt. Sinds 1974 bevat hoofdstuk II van de rijksbegroting (Hoge Colleges van Staat) een bedrag voor de individuele bewerktuiging van de Tweede-Kamerleden op grond van de regeling Bijstand individuele kamerleden. In het kader van deze BIK-regeling is in een aantal stappen de situatie gecreëerd dat sinds 1 januari 1979 ieder kamerlid op kosten van de kamer één fulltime-kracht in dienst kan nemen.

Zie voor de totstandkoming van deze regelingen en voor meer details:

  • D. J. Elzinga, De financiële positie van de leden der Staten-Generaal, Nederlands parlementsrecht, monografie 1, Groningen, 1985, p. 56
  • W. H. de Beaufort, De uitgaven van het parlement, in: Openbare Uitgaven, 6 (1974), pp. 47-76. 

Zie voor de aparte regeling voor afsplitsingen paragraaf de fractie.

Onderstaande tabel bevat de jaarlijks geraamde en toegestane bedragen ten behoeve van de personele en materiële ondersteuning van de fracties en de individuele leden tezamen.

Financiële steun aan fracties in de Tweede Kamer (tot en met 2000 in guldens)

Geraamd

Toegestaan

19641

15.000

1965

30.000

30.000

1966

320.000

320.000

1967

325.000

325.000

19682

350.000

350.000

1969

700.000

700.000

1970

1.100.000

1.100.000

19713

1.615.000

1.615.000

1972

1.726.200

2.001.500

1973

2.223.000

2.333.000

1974

2.716.500

2.990.500

1975

4.794.000

5.018.000

1976

5.160.500

5.881.000

1977

6.207.400

7.593.500

1978

9.094.600

8.910.000

1979

10.336.000

10.371.000

1980

10.426.000

12.030.000

1981

13.184.000

12.621.000

1982

13.680.000

13.680.000

1983

15.080.000

15.080.000

1984

13.664.000

15.664.000

1985

15.772.000

15.772.000

1986

16.273.000

16.273.000

1987

16.267.000

16.914.300

1988

16.898.000

17.139.500

1989

17.140.000

17.882.000

1990

17.920.000

17.920.000

1991

18.506.000

18.506.000

1992

18.859.000

18.859.000

1993

19.515.000

19.515.000

1994

20.376.000

20.376.000

1995

20.851.000

20.851.000

1996

21.269.000

22.269.000

1997

21.734.000

21.734.000

1998

27.580.000

27.580.000

1999

30.125,000

30.125.000

2000

31.249.000

31.249.000 = € 14.180.000

20044

32.367.000

32.367.000 = € 14.688.000

1 „Tegemoetkoming in de kosten van het secretariaat van fracties die voor dit doel niet of niet in voldoende mate over personeel der Kamer kunnen beschikken”.

2 „Tegemoetkoming in de personeelskosten van de fracties”.

3 „Tegemoetkoming in de personeelskosten en de kantoorbehoeften van de fracties”.

4 Na 2001 zijn de fractiekosten niet meer apart vermeld in de begroting.

Scroll naar boven