Gezamenlijk vormen de partijen binnen een land het partijstelsel. Een veelvuldig gemaakt onderscheid is dat tussen een twee-partijenstelsel en een meer-partijenstelsel (in een politiek systeem met slechts één partij kan men bezwaarlijk van een partijstelsel spreken). Binnen deze twee categorieën kunnen zich evenwel veel varianten voordoen. Het aantal partijen, de soort partijen en hun onderlinge verhoudingen verschillen per land en in de tijd. De aard van het partijstelsel wordt vooral bepaald door de maatschappelijke scheidslijnen (zoals die op sociaal-economisch, cultureel, godsdienstig, etnisch of regionaal gebied) en door het in gebruik zijnde kiesstelsel, dat overigens op zich weer door de partijpolitieke verhoudingen is beïnvloed.
Zie voor het Nederlandse meer-partijenstelsel ook hoofdstuk B1000 over „Verzuiling en ontzuiling”. Voor de invloed van kiesstelsels op partijstelsels, zie ook hoofdstuk A1200, paragraaf 5. Zie verder voor Nederland:
- M. Bovens, H. Pellikaan en M. Trappenburg (red.), Nieuwe tegenstellingen in de Nederlandse politiek, Amsterdam, 1998
- R.A. Koole, Politieke partijen in Nederland: ontstaan en ontwikkeling van partijen en partijstelsel, Utrecht, 1996, deel I: „Schets van de ontwikkeling van het Nederlandse partijstelsel”
- A.P.M. Lucardie, Politieke partijen, in: R.B. Andeweg, A. Hoogerwerf en J.J.A. Thomassen (red.), Politiek in Nederland, Alphen aan den Rijn, 1993 (vierde druk)
- A. Lijphart, Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek, Amsterdam, 1986 (zesde druk)
- H. Daalder, The Netherlands, in: S.Henig (ed.), Political Parties in the European Community, London, 1979, pp. 175-208.