Planinstrumentarium waterbeheer

Voor de integratie van de waterstaatszorg in het geheel van het overheidsbeleid is het van grote betekenis dat zowel het terrein van de waterhuishouding als dat van de ruimtelijke ordening en het milieubeleid over een gelaagd planningsstelsel beschikken. De onderlinge afstemming van deze plannen op de verschillende overheidsniveaus en de doorwerking van deze plannen van het hogere naar het lagere niveau, vormen de kern van het coördinatiemechanisme tussen de genoemde beleidsvelden. De wetgeving met betrekking tot deze planstructuren (Wwh, Wro, Wm, Planwet Verkeer en Vervoer) bevat de bepaling dat bij de vaststelling of herziening van de verschillende beleidsnota’s op nationaal en provinciaal niveau steeds wordt aangegeven wat de gevolgen daarvan zijn voor de beleidsplannen op de andere terreinen. Op rijksniveau vigeren thans de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4) en de Nota Ruimte. Hieronder is een overzicht gegeven van het formele planinstrumentarium voor het waterbeleid.

Tabel 4. Planinstrumentarium

Beleidsterrein:

Ruimtelijke ordening

Waterbeheer

Milieubeheer

Bestuurslaag:

Rijk

Ministerie van VROM

Nota Ruimtelijke ordening

Nationaal Milieubeleidsplan

Ministerie van V&W

Nota Waterhuishouding

Ministerie van LNV

Structuurschema Groene ruimte

Nota Natuur, bos & landschap

Provincie

Streekplan

Provinciaal Waterhuishou-dingsplan

Provinciaal Milieubeleidsplan

Waterschap

Beheersplan overige wateren

Gemeente

Bestemmingsplan/ Structuurplan

Rioleringsplan

Gemeentelijk milieubeleidsplan

Waterplan

De rol van de provincie is in dit verband van bijzondere betekenis. Gelet op haar schaal en haar staatsrechtelijke positie vormt zij het geëigende niveau om de inpassing van de waterschapszorg in de totale overheidszorg tot stand te brengen. De provincie heeft bovendien, vooral op de terreinen van ruimtelijke ordening en milieu, een aantal coördinerende en plannende taken die haar voor deze rol uitermate geschikt maken. Streekplan, provinciaal milieubeleidsplan en provinciaal waterhuishoudingsplan vormen de ruggengraat van het regionale planningsstelsel voor de fysieke leefomgeving. De onderlinge afstemming tussen deze plannen vormt het scharnierpunt van de verticale en horizontale coördinatie in het ruimtelijk beleid. Via het provinciaal waterhuishoudingsplan en de verplichte doorwerking daarvan naar de beheersplannen van de waterschappen kan ook de afstemming van het beleid van de waterschappen op het nationale en provinciale beleid op de genoemde terreinen gestalte krijgen. Daarnaast is de provincie toezichthouder, ex artikel 173 van de Provinciewet, hetgeen het tot haar taak maakt conflicten tussen gemeente en waterschap tot een oplossing te brengen. Het formele toezichtinstrumentarium waarover de provincie beschikt (i.e. het goedkeuringsrecht) zowel ten aanzien van het beheersplan van de waterbeheerder als het gemeentelijk bestemmingsplan kan hierbij een functie vervullen. Toepassing hiervan dient echter als ultimum remedium te worden beschouwd. De vereiste onderlinge afstemming van de verschillende provinciale planfiguren en de doorwerking daarvan naar gemeenten respectievelijk waterschappen bevordert uiteraard het voorkomen van conflicten.

Scroll naar boven