Naast de voorzitter kent de Tweede Kamer ook ondervoorzitters. De ondervoorzitters worden sinds 1983 gekozen door de Tweede Kamer dan wel, zoals vanaf 1994 geschiedde, door de kamervoorzitter op een informele voordracht van hun fracties benoemd. Voor 1983 werden de nummers twee en drie van de jaarlijkse opgave, waaruit de Kroon een kamervoorzitter kon kiezen, door de kamer benoemd tot ondervoorzitter. Sinds 1966, toen een wijziging in het reglement van orde dit mogelijk maakte, benoemt de kamer meer dan twee ondervoorzitters.
Samen met de kamervoorzitter vormen de ondervoorzitters van de kamer het presidium. Het reglement van orde van 1966, dat in werking trad bij de aanvang van het zittingsjaar 1966-1967, schreef voor het eerst de vorming van het presidium voor (artikel. 10 Reglement van Orde van de Tweede Kamer van 1966, huidig artikel 9).
Het presidium is verantwoordelijk voor een aantal zaken van organisatorische aard. Zo wijst het presidium de binnenkomende wetsvoorstellen aan kamercommissies toe ter voorbereiding van de plenaire behandeling. Het presidium kan in bepaalde gevallen de termijnen, die door een commissie in acht genomen dienen te worden, verkorten dan wel verlengen.
Op basis van artikel 13 van het reglement van orde is het presidium belast met het uitoefenen van specifieke bevoegdheden ingevolge het Ambtenarenreglement Staten-Generaal. Het presidium stelt zelf de directeuren aan en ontslaat dezen.
Zie voor de leden van het presidium de website van de Tweede Kamer.