Het groeiende oorlogsgevaar noopte Nederland tot heroverweging van zijn opstelling ten opzichte van de Volkenbond. De volkerenorganisatie stond machteloos tegenover twee schoolvoorbeelden van agressie, nog voordat de wereld te maken kreeg met het expansionisme van Hitler- Duitsland. In 1931 kon Japan ten koste van China zich straffeloos meester maken van Mandsjoerije, terwijl tijdens de oorlog in Abyssinië (1935-1936) door de Volkenbond uitgevaardigde sancties volstrekt ontoereikend bleken om Mussolini te dwingen zijn veroveringsacties op te geven. In 1936 gaf de zogenaamde Oslo-groep (waarin Nederland, België, Luxemburg en de Scandinavische staten met elkaar samenwerkten) op initiatief van Nederland een verklaring uit, waarin de betrokken landen tot uitdrukking brachten dat zij zich niet langer gebonden achtten aan de automatische verplichtingen zoals neergelegd in het Volkenbondsverdrag met betrekking tot de collectieve veiligheid. Een en ander betekende dat Nederland was teruggevallen op zijn vertrouwde neutraliteitspolitiek.
Reactie op falen Volkenbond
Laatst bijgewerkt 1 augustus 1993