De regeling van het regentschap is vervat in artikel 37 van de Grondwet. De eerste drie leden van dit artikel luiden:
1. Het koninklijk gezag wordt uitgeoefend door een regent:
-
a. zolang de Koning de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt;
-
b. indien een nog niet geboren kind tot het koningschap geroepen kan zijn;
-
c. indien de Koning buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen;
-
d. indien de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk heeft neergelegd;
-
e. zolang na het overlijden van de Koning of na diens afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt.
Ingevolge artikel 37, vierde lid, van de Grondwet zijn bij Wet van 25 maart 1994 Wet beëdiging van de regent (Stb. 1994, nr. 250), regels gesteld omtrent de wijze waarop de regent de eed of belofte aflegt. In dit verband is verder nog van belang de Wet bepaling van de kosten van het regentschap van 2 december 1981 (Stb. 1981, nr. 730).
Als regent zijn benoemd:
- Prinses Juliana voor Koningin Wilhelmina toen zij rust behoefde van 14 oktober 1947 tot 1 december 1947 en van 12 mei 1948 tot 30 mei 1948
- Koningin-weduwe Emma voor de minderjarige Koningin Wilhelmina (van 23 november 1890 tot 16 september 1898)
- Koningin Emma voor Koning Willem III tijdens diens ziekte in 1890 (van 14 november 1890 tot 23 november 1890).
Artikel 38 bepaalt dat zolang niet in de uitoefening van het koninklijk gezag is voorzien, dit wordt uitgeoefend door de Raad van State.
Bij wet van 10 juni 1981, Staatsblad 1981, nr. 382, werd een regeling voor een regentschap getroffen, ingeval de troonopvolger jonger dan achttien jaar zou zijn. In dat geval wordt, nu prins Claus overleden is, prinses Margriet regentes. Deze wet trad op 8 juli 1981 in werking.
Op 3 december keurde de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal een wetsvoorstel goed dat Koningin Máxima benoemt tot regent voor het geval Koning Willem-Alexander mocht overlijden en de Prinses van Oranje nog geen 18 jaar is. Prins Constantijn wordt benoemd tot regent indien Koningin Máxima in dat geval mocht zijn overleden. Zie:
-
Bijlage 00012, Verenigde Vergadering, 2013-2014, nrs. 1 e.v. Regeling van het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning en het toezicht daarop.
-
Bijlage 00011 Handelingen Verenigde Vergadering, 2013-2014, Bepaling van de jaarlijkse uitkering aan de regent, nrs. 1 e.v.
-
Bijlage 00010 (R2011) Handelingen Verenigde Vergadering, 2013-2014, Benoeming van een regent voor het geval van erfopvolging door de Koning die niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, nrs. 1 e.v.