Met de invoering van de Politiewet 1993 kent de Nederlandse Politie 25 regionale korpsen en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Door de oprichting van regionale korpsen en het KLPD zijn de 148 korpsen van gemeentepolitie en het Korps Rijkspolitie geïntegreerd. De 25 regionale korpsen verschillen sterk per grootte. Op 1 januari 1998 is de situatie als volgt. Het modale korps omvat 1282 politiemensen op ca. 500.000 inwoners (een politieambtenaar op 387 inwoners). Het grootste aantal inwoners kent het korps Rotterdam-Rijnmond, bijna 1,2 miljoen. De personeelssterkte van deze regio bedraagt ruim 4700 personen. Het grootste korps Amsterdam-Amstelland heeft een korpssterkte van 5480 op een inwonertal van 879.000 (een politieambtenaar op 160 inwoners). Het kleinste korps is Flevoland: 549 politieambtenaren op 293.000 inwoners.
De politieorganisatie kent territoriale eenheden en functionele eenheden. De kleinste territoriale eenheden zijn basiseenheden: afdelingen voor basispolitiezorg, wijkteams en dergelijke geheten. Een basiseenheid kan verschillende kleine gemeenten omvatten, maar ook samenvallen met een gemeente. In grotere gemeenten zijn vele basiseenheden gevestigd, soms wel tientallen. Basiseenheden verrichten generale politietaken: surveilleren, verlenen van spoedeisende hulp, opnemen van aangiften, onderhouden van contacten met de bevolking, kleine recherche-onderzoeken, conflictbemiddeling en andere vormen van hulpverlening. Verschillende basiseenheden vormen een district. Naast territoriale basiseenheden kennen districten ook functionele afdelingen zoals recherche, verkeerspolitie en vreemdelingenpolitie. Een aantal districten vormt een regionaal korps. Naast geografische districten kent ieder regionaal korps ook functionele eenheden, vaak divisies genoemd. Executieve divisies zijn belast met een specifieke taak: justitiële zaken, vreemdelingen, verkeer. Ook zijn er ondersteunende divisies die niet zelf executieve politietaken verrichten. Zij kennen ook vaak stafafdelingen. Binnen dergelijke divisies vallen zaken als de meldkamer, administratie, financiën, maar ook voorkoming misdrijven, voorlichting, bestuursondersteuning en dergelijke. Grosso modo kennen alle korpsen deze indeling. De naamgeving kan verschillen. Drie regionale korpsen kennen geen districten, maar alleen territoriale afdelingen en natuurlijk ook functionele eenheden. Zie verder:
- C.D. van der Vijver en L.J. Molenkamp, De interne organisatie van de politie, in: C.J.C.F. Fijnaut, E.R. Muller en U. Rosenthal, Politie. Studies over haar werking en organisatie, Alphen aan den Rijn, 1999, pp. 195-214
- Th.C.J.A. Brekelmans, J.A. Breurs en L.A. Pas-Schoorl, Politiealmanak 1999, Den Haag, 1999
- A. Cachet, E.J. van der Torre en W. van Natijne (red.), De blijvende betekenis van Politie in Verandering, Den Haag, 1998
- J.L.M. Boek, Organisatie, Functie en Bevoegdheden van politie in Nederland, Arnhem, 1995 (diss. Leiden).