Het laatste decennium blijken huwelijksrelaties stabieler te zijn dan voorheen. De echtscheidingskans is stabiel, één op de vier huwelijken eindigt in een echtscheiding. De grotere stabiliteit kan worden toegeschreven aan de toename van het ongehuwd samenwonen. Dit samenwonen is voor velen een experiment, een soort proefhuwelijk. Als het niet gaat wordt de relatie beëindigd. De jaarlijkse scheidingscijfers (ongeveer 50.000) bij ongehuwd samenwonenden zijn hoger dan de jaarlijkse echtscheidingscijfers (ongeveer 30.000).
Binnen de relaties zijn de verhoudingen tussen mannen en vrouwen gelijkwaardiger geworden. Ook de rolpatronen van mannen en vrouwen zijn aan verandering onderhevig. De huisman (hij doet de huishouding en verzorgt de kinderen, zij verdient de kost) is echter nog steeds een zeldzaam verschijnsel. Zie over relaties:
- V. Duindam, Zijn kinderen hinderen voor verzorgende vaders, in: Huishoudstudies, nr. 2, 1998, pp.1-11
- K. Schreurs en B. P. Buunk, Intimiteit, autonomie en relatiesatisfactie: een vergelijking tussen lesbische en heteroparen, in: Gezin, nr. 2, 1993, pp. 81-99
- B. P. Buunk en N. W. van Yperen, Satisfactie in hedendaagse huwelijksrelaties: de rol van sociale vergelijking en sociale uitwisseling, in: Gezin, nr. 2, 1992, pp. 92-107.