Ten aanzien van West-Indië (de Nederlandse Antillen en Suriname) werd reeds in juli 1946 tijdens een zogenaamde rijksconferentie besloten tot instelling van zelfstandige besturen voor de verschillende gebiedsdelen, met gekozen “Staten”, eigen kabinetten en goeverneurs. Gevolmachtigde ministers zouden bij alle hun gebiedsdelen rakende aangelegenheden hun regering in de Nederlandse ministerraad vertegenwoordigen, welke raad in voorkomende gevallen als Koninkrijksregering zou optreden. Overigens verliep nog ruime tijd alvorens deze regeling in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kon worden vastgelegd. Het Statuut werd eerst eind 1954 afgekondigd. Overigens bleef de verantwoordelijkheid voor de buitenlandse betrekkingen (en voor de defensie) van de Antillen en Suriname bij Nederland.
Statuut Koninkrijk
Laatst bijgewerkt 1 augustus 1993