Voor Nederland was het Noord-Atlantische verdrag het belangrijkste instrument voor zijn veiligheid geworden. Dit betekende dat de VN op de tweede plaats kwam. Ondanks de kritiek die Nederland binnen de VN op zijn Indonesiëpolitiek ontving, was het bereid vredestaken van de VN te steunen. Na het uitbreken van de Koreaanse oorlog in de zomer van 1950 namen Nederlandse zee- en landstrijdkrachten deel aan een uit zestien nationaliteiten bestaand VN-commando onder leiding van de VS, dat er drie jaar vocht tot een bestand werd bereikt. Tot degenen die er sneuvelden, behoorde de Nederlandse commandant. Om een Sovjet-veto te omzeilen en daarmee militaire actie door de VN mogelijk te maken had de Algemene Vergadering eind 1950 op voordracht van de VS de “Uniting for Peace”-resolutie aangenomen. Deze stond toe om, wanneer de Veiligheidsraad vanwege gebrek aan overeenstemming onder de permanente leden inactief bleef, een bedreiging van de vrede in de Algemene Vergadering te bespreken en deze aanbevelingen te laten doen voor collectief optreden. Nederland steunde deze motie, die het VN-Handvest op informele wijze amendeerde met overheveling van bevoegdheden van de Veiligheidsraad naar de Algemene Vergadering.
“Uniting for Peace” en de Koreaanse oorlog
Laatst bijgewerkt 1 maart 2004