Ter voorbereiding van het Nationaal Verkeer en Vervoer Plan is de toekomstverkenning Questa verricht: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Verplaatsen in de toekomst. Project Questa, Den Haag, 1998.
In Questa zijn vier scenario’s ontwikkeld voor Nederland in 2030, die vanzelfsprekend veel aandacht besteden aan de voor Nederland relevante verplaatsing van personen en goederen. Het betreft descriptieve, geen normatieve scenario’s, die kwantitatief zijn uitgewerkt en volgens de auteurs voor mogelijk moeten worden gehouden. Voor de internationaal-economische ontwikkelingen is nauw aangesloten bij de in paragraaf 3 genoemde verkenning van het CPB „Economie en fysieke omgeving”, terwijl voor de ruimtelijke omgeving gebruik is gemaakt van „Nederland 2030” (zie paragraaf 6). De scenario’s zijn als volgt te karakteriseren:
Waarde(n)vol Nederland
Grote waarde wordt gehecht aan de kwaliteit van het leven, met name milieu en gezondheid. Men leeft in grote harmonie met elkaar en de omgeving. De overheid heeft een sterk sturend beleid gericht op duurzaamheid. Nederland kent een hoge economische groei en lage werkloosheid, en maakt deel uit van een verregaand geïntegreerd Europa. Hoewel het aantal verplaatsingen is toegenomen, is de inrichting van het verkeer en vervoer geheel afgestemd op duurzaamheid en behoud van de leefomgeving. Wonen en werken zijn ruimtelijk geconcentreerd, hetgeen een sterk gestegen aandeel van het collectief vervoer mogelijk maakt. ICT-ontwikkelingen hebben een dempende invloed op de stijging van het aantal fysieke verplaatsingen.
Nederland Vrijstaat
De Europese eenwording is mislukt en kent een lage economische groei. Hierdoor en ook door de beperkte bevolkingsgroei is er een geringe stijging van het aantal verplaatsingen. Politiek en overheid zijn onvoldoende in staat de grote problemen het hoofd te bieden. De 24-uurs-economie is een feit en de flexibele arbeidsmarkt speelt daar op in. Voor de burger staat zelfredzaamheid voorop, hetgeen leidt tot calculerend gedrag. Ruimtelijk is sprake van deconcentratie, met als gevolg een toenemend aandeel van de auto. Het technologisch potentieel blijft onbenut.
Grenzeloos Nederland
Nederland is een hoogontwikkeld land in een economisch geïntegreerd Europa; er is werk en geld voor iedereen. De wereldhandel is geliberaliseerd en de vrije markt regeert. In het verkeer en vervoer is dit duidelijk zichtbaar. Het individueel vervoer voert de boventoon en keuzes worden ingegeven door economische motieven; er is weinig aandacht voor milieuproblemen die de directe leefomgeving te boven gaan. De overheid houdt zich op de achtergrond; het gevolg is dat de scheiding tussen stedelijk en niet-stedelijk gebied vervaagt.
Nederland Polderland
Door onze cultuur van communicatie en consensus wordt Nederland getekend door een grote continuïteit en een traag tempo van veranderingen. „One-issue-partijen” hebben de plaats ingenomen van de vroegere politieke partijen, publieke taken worden behartigd door zelfstandige uitvoeringsorganisaties. Er is, ondersteund door een sterke economische opkomst van Oost-Europa en Rusland, een behoedzame economische ontwikkeling. De personenmobiliteit is matig toegenomen en wordt vooral geaccommodeerd door individuele vervoerswijzen.
In het advies: VROM-raad, Mobiliteit met beleid, Den Haag, 1999 wordt de bandbreedte bestudeerd waarbinnen de prognoses en scenario’s zich bevinden ten aanzien van groei in de komende decennia van het autopark, de personenautomobiliteit, voertuigkilometers van het vrachtverkeer, hiermee gepaard gaande vervuiling. Het autobezit per persoon zou in de periode 1995-2020 nog kunnen toenemen met 29-46%. Dit betekent een vertraging van het groeitempo, die wordt veroorzaakt door een afnemende toename van het aantal huishoudens. In het verlengde hiervan loopt ook de groei van de personenautomobiliteit verder terug; tot 2030 wordt nog een toename van het aantal autokilometers van zo’n 15-35% verwacht. De expansie van het goederentransport was in de afgelopen periode veel sterker dan van het personenvervoer, en dat zal in de komende decennia niet anders zijn. De bandbreedte van de toename van voertuigkilometers loopt hier enorm uiteen, namelijk van 13 tot 226%. Met uitzondering van CO2 is ten aanzien van allerlei emissies door het verkeer in het verleden een trendbreuk bewerkstelligd. Deze zet zich in de toekomst voort: ondanks de groei van het personenautoverkeer over de periode 1980-2020 met 70-80%, dalen als gevolg van technische verbeteringen vrijwel alle emissies met 50-90%.
Vervolgens analyseert de raad de achtergrond van deze ontwikkelingen, en de merites van het huidige beleid. Het advies beoogt de kosten en baten van mobiliteit in een beter evenwicht te brengen.