De stormachtige gebeurtenissen die zich in 1848 in vele Europese landen voltrokken, brachten een ommekeer. De grondwetswijziging van november 1848 markeerde niet alleen een verreikende binnenlands-politieke verandering maar droeg ook bij tot een toeneming van het nationaal bewustzijn. De mislukking waarop de revolutiepogingen in Duitsland waren uitgelopen deed meteen de geluiden verstommen van hen die hadden gepleit voor aansluiting van Nederland bij Duitsland. Heilzaam voor het vertrouwen in de Nederlandse buitenlandse politiek was ook dat koning Willem II (die regeerde in de jaren 1840-1849) afstand nam van de internationale pretenties van diens vader en voorganger; ook zag hij definitief af van aanspraken op België. Van groot belang was dat de positie van Nederland als kleine, handeldrijvende natie, in economisch opzicht sterk steunend op zijn overzeese bezittingen, meer en meer als vanzelfsprekend werd aanvaard. De politiek van neutraliteit, gepaard gaande met internationale onthouding, die door opeenvolgende kabinetten werd gevoerd, berustte op instemming van de kant van de politiek geïnteresseerde burgers.
Versterking nationaal zelfvertrouwen
Laatst bijgewerkt 1 augustus 1993