In het traject van de strafrechtelijke afdoening van criminaliteit volgt na de opsporingsfase de fase van de vervolging en de berechting. Nadat een strafzaak op het parket van het openbaar ministerie is binnengekomen, beslist de officier van justitie over de verdere afhandeling. Daarbij zal hij zijn beslissing laten afhangen van de omstandigheden en het strafbare feit. Hij kan afzien van vervolging en besluiten de zaak te seponeren. De officier van justitie zal tot een sepot besluiten als vervolging niet haalbaar is, bijvoorbeeld als het wettig bewijs ontbreekt. In dat geval is sprake van een technisch sepot. Ook kan hij besluiten van vervolging af te zien op gronden ontleend aan het algemeen belang, bijvoorbeeld vanwege de geringheid van het strafbare feit of de leeftijd van de verdachte (beleidssepot). De officier van justitie kan ook besluiten de verdachte een transactie aan te bieden (een schikking met de verdachte treffen). Een dergelijk transactie bestaat veelal uit de betaling van een som gelds in ruil waarvoor de officier van justitie afziet van vervolging. Transactie is overigens alleen mogelijk bij overtredingen en misdrijven waarop een straf is gesteld van maximaal zes jaar. (Een aantal andere vormen van afdoening door het Openbaar Ministerie laten wij buiten beschouwing). Tenslotte kan de officier besluiten de zaak voor de rechter te brengen en de verdachte te vervolgen.
In 1997 werden bijna 250.000 rechtbankzaken ingeschreven bij het openbaar ministerie. Dat is ruim tweemaal zoveel als in 1960 en ongeveer 25.000 meer dan in 1980. In 1997 werden 235.854 zaken afgedaan door het openbaar ministerie en de rechter in eerste aanleg. Daarvan werden er 127.301 afgedaan door het openbaar ministerie, dat is ruim de helft. Van de 127.301 zaken die door het openbaar ministerie werden afgedaan, werd ongeveer een derde geseponeerd. In 45% van de gevallen werd de zaak afgedaan met een transactie. Vergeleken met een aantal jaren geleden is het aantal transacties sterk gegroeid. Daaraan lag een beleidswijziging ten grondslag. Deze was gericht op reductie van het aantal sepots ten gunste van het aantal transacties.
Zoals gezegd, wordt ruim de helft van het aantal bij het openbaar ministerie ingeschreven strafzaken voorgelegd aan de rechter. In 1997 werden 108.553 zaken door de rechter afgedaan. Daarvan eindigden meer dan 100.000 met een schuldigverklaring, dat is in 92.2 % van de gevallen.