Er is een aantal studies verricht naar het verschil in berichtgeving over vrouwelijke en mannelijke ministers. Van Zoonen (1993) heeft een vergelijking gemaakt van persoonsbeschrijvingen van ministers in de landelijke dagbladen bij het aantreden van het kabinet Lubbers in 1989. Daaruit bleek dat expliciet negatieve typeringen voorbehouden waren aan de vrouwelijke ministers. Minister d’Ancona werd chaotisch genoemd, Maij-Weggen kreeg de bijnaam Joop ter Heul en het uiterlijk van minister Dales kreeg veel aandacht. Het onderzoek van Peters uit 1997 betrof zes ministers uit het kabinet Kok I. Zij vond verschillen in de berichtgeving over de combinatie gezin en werk, over het carrièreverloop (bij de mannen was dit doelbewust, de vrouwen „overkwam het”) en met betrekking tot de inschatting van de politieke deskundigheid. Veel twijfel bestond bij de twee vrouwelijke ministers zonder eerdere ervaring als minister, terwijl de mannelijke nieuwkomer, Wijers, als „model-politicus” werd afgebeeld.
Uit interviews met vrouwelijke ministers blijkt dat zij ook menen, evenals kamerleden, dat de media onderscheid maken en dat dit in het nadeel is van vrouwelijke politici. Media hechten bij vrouwelijke politici meer belang aan het uiterlijk en er wordt meer aandacht besteed aan hun persoonlijk leven.
Zie voor deze onderzoeken:
- M. Peters, In een keurslijf van beelden. De rol van gender bij beeldvorming van mannelijke en vrouwelijke ministers in de media, Doctoraal scriptie Algemeen Letteren, Vrouwenstudies, Universiteit Utrecht, 1997
- L. van Zoonen, „De bruiden van Wim Kok. Ministers in de pers”, in: C. Duyvis en A. Vermeiden (red.) Vrouwelijke politici in de media. Leiden, Stichting Burgerschapskunde, pp. 13-34, 1993.