Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in de loop van zijn geschiedenis een flink aantal wijzigingen ondergaan. De laatste wijziging is in 1994 doorgevoerd. De vele reorganisaties hebben niet bijgedragen tot de interne cohesie van het ministerie. In aanvang heette het ministerie „Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk”. De ontwikkeling van de welzijnstaat was een belangrijke aanleiding tot de vorming van dit ministerie. Een fundamentele verandering is totstandgekomen met de toevoeging van het onderdeel volksgezondheid in 1982. Sinds 1982 was de benaming Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. In 1994 is Cultuur overgeheveld naar het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen waar het ook oorspronkelijk vandaan kwam. Sinds 1994 heeft het ministerie de eerder gegeven benaming gekregen. Dat „Volksgezondheid” in de naamgeving als eerste staat, is een indicatie van het toegenomen relatieve belang van dit beleidsonderdeel. Het grote belang, dat zowel door het publiek als de politiek aan de volksgezondheid wordt gehecht en het substantiële budget dat er in omgaat, maakt dit beleidsterrein tot de kerntaak van het ministerie. De welzijnstaak heeft relatief aan belang ingeboet als gevolg van de decentralisatie van veel uitvoerende taken naar de lagere overheden.
Met het ministerie verbonden diensten zijn het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Agentschap ten behoeve van het College ter beoordeling van Geneesmiddelen. Tevens beschikt het ministerie over een reeks inspecties in het kader van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid en de Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming.