De toegenomen werklast vormt een probleem voor de rechterlijke organisatie, die in 1996 een omvang kende van circa 1900 volledige arbeidsplaatsen. De zittende magistratuur telde ongeveer 1350 leden, de staande magistratuur ongeveer 450, terwijl er daarnaast nog ongeveer 100 gerechtsauditeurs waren toegevoegd aan de presidenten van de verschillende colleges c.q. de kantonrechters. Voor de ambtelijke ondersteuning van de rechters en de parketten waren nog eens circa 6500 volledige arbeidsplaatsen beschikbaar. Het totale budget dat de rechterlijke organisatie ter beschikking stond bedroeg circa 950 miljoen gulden per jaar (gegevens ontleend aan Th.G.M. Simons, De rechterlijke organisatie in Nederland, Deventer, 1996, pp. 60, 63, 173).
In de jaren tachtig is de beheersstructuur van de rechterlijke macht gedecentraliseerd door middel van de aanstelling, in ieder arrondissement, van een directeur gerechtelijke ondersteuning (d.g.o.) die verantwoording verschuldigd is aan de minister van Justitie.
Zie: P.P.T. Bovend’ Eert, Het bestuur en beheer van de rechterlijke macht in constitutioneel perspectief, in: Themis, 158 (1997), pp. 229-240.
Een mogelijkheid om de werklastproblematiek terug te dringen, biedt de alternatieve geschillenbeslechting.
Zie: De rechter aan de kant. Alternatieve geschillenbeslechting, Zwolle, 1992.
Specifiek in het geval van een hoogste rechtscollege als de Hoge Raad zou de invoering van een verlofstelsel een uitweg kunnen bieden.
Zie:
- P.J. van Koppen, Introducing Docket Control at the Dutch Supreme Court, in: Living Law in the Low Countries. Special Issue of the Dutch and Belgian Law and Society Journal Recht der Werkelijkheid, ’s-Gravenhage, 1991, pp. 7-26
- A.M.I. van der Does, De toegang tot de hoogste rechter. Onderzoek naar certiorari en andere methoden om de toegang tot de hoogste rechter te beperken in de Verenigde Staten, Deventer, 1990.